4. Druk op J om de panmodus te verlaten.
Opmerking
In de panmodus kunt u de vorm van de aanwijzer met elke druk op w wijzigen van
en weer terug. Als de
een andere locatie op het scherm verplaatsen. De inhoud van het scherm wordt verschoven
(panning) door op de cursortoetsen te drukken als de
u Door het scherm scrollen
1. Druk op . of voer de volgende bewerking uit: 1e(View) – 3:Scroll.
• Hierdoor schakelt u over op scrollmodus, wat wordt aangegeven door het pictogram
in de rechterbovenhoek van het scherm. De aanwijzer verdwijnt op dat moment van het
scherm.
2. Scroll met de cursortoetsen in de gewenste richting door het scherm.
3. Druk op J om de scrollmodus te verlaten.
k Zoomen
In de Geometry-modus beschikt u over verschillende zoomopdrachten waarmee u een
volledige schermafbeelding of een bepaald gebied van een object kunt vergroten of
verkleinen.
u Zoomen met het zoomgebied
1. Voer de volgende bewerking uit: 1e(View) – 1:Zoom Box.
• Hierdoor verschijnt het
2. Verplaats de aanwijzer naar de rand van het gebied op het scherm dat u als zoomgebied
wilt selecteren en druk dan op w.
3. Verplaats de aanwijzer in de richting van de tegenoverliggende randen van het zoomgebied.
• De rekenmachine geeft daarop een selectiegrens weer die wordt vergroot naarmate u de
aanwijzer verplaatst.
4. Druk op w als u het zoomgebied hebt geselecteerd.
• Het zoomgebied kan het gehele scherm vullen.
aanwijzer wordt weergegeven kunt u deze met de cursortoetsen naar
pictogram in de rechterbovenhoek van het scherm.
14-36
→
aanwijzer wordt weergegeven.
→
naar