Advertenties
u De lijnstijl van een grafiekfunctie wijzigen
1. Gebruik in het scherm met de lijst met grafiekrelaties f en c om de relatie te markeren
waarvan u de lijnstijl wilt wijzigen.
2. Druk op 4(TOOL) 1(STYLE).
3. Selecteer de lijnstijl.
Voorbeeld
k Functies bewerken en verwijderen
u Een opgeslagen functie bewerken
Voorbeeld
u Het functietype wijzigen *
1. Druk terwijl de lijst met grafiekrelaties wordt weergegeven op f of c om de zone te
markeren die de functie bevat waarvan u het type wilt wijzigen.
2. Druk op 3(TYPE) 5(CONVERT).
3. Selecteer het nieuwe functietype.
Voorbeeld
1
*
U kunt het functietype alleen wijzigen voor functies voor cartesische coördinaten en
ongelijkheden.
Wijzig de lijnstijl van
4(TOOL) 1(STYLE) 3(
Wijzig de expressie in geheugenzone Y1 van
y
x
= 2
2
– 3
e (De cursor wordt weergegeven.)
eeeeeDd(De inhoud wordt gewijzigd.)
w(Nieuwe grafiekfunctie wordt opgeslagen.)
1
Wijzig de functie in geheugenzone Y1 van
y
x
2
< 2
– 3
3(T YPE) 5(CONVERT) 3(
y
x
2
= 2
– 3, opgeslagen in zone Y1, in "Broken"
) ("Broken" selecteren.)
Y<) (Het functietype wijzigen in "Y<".)
'
5-17
y
x
= 2
2
– 5 in
y
x
2
= 2
– 3 in
Advertenties
