k Een constante invoeren (waarde, berekeningsresultaat, reeks getallen)
in een cel
Een constante is een waarde die vaststaat nadat de invoer is beëindigd. Een constante kan
een numerieke waarde zijn of een rekenformule (zoals 7+3, sin30, A1×2, enzovoort) waar
geen gelijkteken (=) voor staat. Als u, bijvoorbeeld, sdaw invoert, verschijnt 0,5 (het
berekeningsresultaat) in de cel (wanneer Deg is geselecteerd als de hoekeenheid).
u Automatisch een reeks getallen invoeren op basis van een functie-expressie
1. Verplaats de celcursor naar de cel waar u de invoer van de getallenreeks wilt laten
beginnen.
• Bij de standaardinstellingen gaat de automatische invoer van de getallenreeks verder
in neerwaartse richting vanaf de begincel. U kunt met de instelling "Move" een andere
richting opgeven, zoals wordt beschreven op pagina 1-38.
2. Druk op 2(EDIT)5(SEQ) om het reeksscherm te openen en geef de functie-expressie
en de waarden op die nodig zijn voor het genereren van de vereiste getallenreeks.
Optie
Expr
Voer de functie-expressie
Voorbeeld: a+(X)x+bw
Var
Voer de naam van de variabele in die is gebruikt voor de invoer van de
functie-expressie voor Expr.
Voorbeeld: a+(X)w
Start
Voer de startwaarde (X
de variabele die wordt opgegeven door Var.
Voorbeeld: cw
End
Voer de eindwaarde (X
de variabele die wordt opgegeven door Var.
Voorbeeld: baw
Incre
Voer de toename van de waarde in (
X
wordt gegenereerd in het bereik X
Voorbeeld: cw
, zoals in: (X
= X
+
1
2
1
U kunt gegevens invoeren voor het item dat wordt
gemarkeerd op het scherm.
Verwijzingsnaam van de cel die is geselecteerd in
stap 1
Beschrijving
f
x
(
) in voor het genereren van de reeks getallen.
(X
2
+ 1)
(X)
) in van de waarde die moet worden vervangen, voor
1
) in van de waarde die moet worden vervangen, voor
n
m
) voor de opeenvolgende waarde van
m
m
), (X
= X
+
), en zo verder. De reeks getallen
3
2
n
+ (
– 1)
1
9-9
m
< X
.
n