3. Voer de volgende bewerking uit voor het weergeven van het scherm met algemene
grafiekinstellingen: 6(g)1(GRAPH)6(SET).
• De instellingen "Category" en "Data" worden automatisch geconfigureerd. Controleer of
A1:A5 wordt weergegeven voor "Category" en B1:B5 wordt weergegeven voor "Data".
4. Gebruik f en c om "Graph Type" te markeren en druk vervolgens op 4(Pie).
5. Gebruik f en c om "Color Link" te markeren en druk
vervolgens op 1(Cat).
6. Druk op J om het scherm met algemene grafiekinstellingen te sluiten.
7. Druk op 1(GRAPH1).
• De grafiek geeft de tekstkleuren weer in het celbereik
(A1:A5) voor "Category".
• De grafiek wordt nu gemaakt met Color Link. Vervolgens gaan we de kleuren op het
grafiekscherm wijzigen.
8. Druk op !1(TRACE).
• Hierdoor wordt label A gemarkeerd en een aanwijzer in gebied A van de grafiek
weergegeven.
9. Gebruik f en c om de aanwijzer te verplaatsen gebied D en druk vervolgens op
!f(FORMAT).
10. Druk in het weergegeven dialoogvenster voor kleurselectie op c(Blue).
• Hierdoor wordt het dialoogvenster gesloten en wijzigt
de kleur van gebied D in blauw.
11. Druk op J om het grafiekscherm te sluiten.
• De gekozen kleur in het grafiekscherm wordt
weergegeven als de tekstkleur in de betreffende cel
van het celbereik "Category".
9-33