u De celcursor verplaatsen met de opdracht JUMP
Om de celcursor te verplaatsen naar:
Een bepaalde cel
Eerste regel van de huidige kolom
Kolom A van de huidige rij
Laatste regel van de huidige kolom
Kolom Z van de huidige rij
u Een celbereik selecteren
1. Breng de celcursor naar het beginpunt van het celbereik dat u wilt selecteren.
• U kunt eventueel een volledige rij of kolom cellen selecteren als beginpunt. Zie "Cellen
selecteren" op pagina 9-6 voor details omtrent het selecteren van cellen.
2. Druk op !i(CLIP).
• Hierdoor verandert de celcursor in een dikke rand in plaats van de normale markering.
3. Breng de celcursor met behulp van de cursortoetsen naar
het eindpunt van de cellen die u wilt selecteren.
• In het invoervak verschijnt het bereik van de
geselecteerde cellen.
• Druk op J om het selecteren van cellen te annuleren.
De celcursor bevindt zich dan op het eindpunt van het
geselecteerde bereik.
Doet u dit:
1. Druk op 2(EDIT)4(JUMP)1(GO).
2. Voer in het dialoogvenster dat verschijnt de
naam van de cel (A1 tot Z999) in waarnaar u
wilt "springen".
3. Druk op w.
Druk op 2(EDIT)4(JUMP)2(TOP↑).
Druk op 2(EDIT)4(JUMP)3(TOP←).
Druk op 2(EDIT)4(JUMP)4(BTM↓).
Druk op 2(EDIT)4(JUMP)5(BTM→).
9-7