10. Het Bedieningspaneel (5) werkt met vier
D-batterijen (niet meegeleverd); alkalinebat-
terijen worden aanbevolen. Gebruik geen
combinatie van oude en nieuwe batterijen of
alkaline, standaard en oplaadbare batterijen.
bELANgriJk: Als het bedieningspaneel is
blootgesteld aan koude temperaturen, dient
u het op kamertemperatuur te laten komen
voordat u er batterijen in plaatst. Anders kunt
u het bedieningspaneel of andere elektrische
onderdelen beschadigen. Verwijder de schro-
even en de klepjes van de batterij weg en plaats
de batterijen in de batterijcompartimenten. richt
de batterijen zoals wordt aangegeven met de
markeringen aan de binnenkant van het bat-
terijcompartiment. Maak dan de klepjes van de
batterijdoos opnieuw vast.
Om het stroomsnoer te kopen, telefoneer
naar het nummer op de omslag van deze
handleiding. Om schade aan het bediening-
spaneel te voorkomen dient u alleen een
door de fabrikant geleverde stroomadapter
te gebruiken. Steek het ene einde van de
stroomadapter in de aansluiting van het bedi-
eningspaneel (5); steek het andere deel in een
stopcontact dat voldoet aan de lokale normen en
bepalingen.
11. Terwijl een tweede persoon het
Bedieningspaneel (5) bij de Staander (3)
vasthoudt, sluit de draad van het bedieningspa-
neel aan op de Bovenste Draadkoker (48) en de
Draad van de Hartslagsensoren (118).
Stop het overmatige draad in de Staander (3) of
in het Bedieningspaneel (5).
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Bevestig het Bedieningspaneel (5) aan de
Staander (3) met vier M4 x 16mm Schroeven
met Ronde Kop (101).
10
Batterijklep
5
11
3
101
Vermijd het
afklemmen van
de draden
11
Batterijklep
Aansluiting
5
118
48