Inhoudsopgave
Advertenties
Voor een succesvolle draadloze verbinding moet de draadloze dongle op het weergavescherm
worden aangesloten via een van de USB-poorten, moet de adapter van het weergavescherm
beschikbaar zijn en moet de adapter van de optische module zijn geselecteerd.
Met de knop 'Scan' kunnen alle compatibele draadloze apparaten worden weergegeven die op het
weergavescherm kunnen worden aangesloten. De sterkte van het signaal wordt weergegeven in
haakjes.
U kunt het apparaat dat u op het weergavescherm wilt aansluiten kiezen door het te selecteren en
vervolgens op de knop 'Select' onderaan het vak te drukken.
Selecteer tenslotte 'Wireless' in het vak 'OU/DU Communication Link', en druk op het groene vinkje
om de selectie te op te slaan.
Als u teruggaat naar het HOOFDSCHERM, moet in rechter bovenhoek het volgende symbool staan:
Het maken van de draadloze verbinding is gelukt. Als dat het geval is, kan de
communicatiekabel (LAN voor DU-15" of serieel voor DU-10") worden verwijderd. Voor een
acceptabel signaal moeten minimaal 2 van de 4 balken groen zijn.
De 'OU/DU Communication Link' is 'Wireless' en de adapter van het weergavescherm is
gedetecteerd, maar het maken van een draadloze verbinding is niet gelukt. Controleer in dat geval of
de optische module bereikbaar is en of het signaalniveau goed is.
De 'OU/DU Communication Link' is 'Wireless', maar de adapter van het weergavescherm is
niet gedetecteerd, waardoor het maken van een draadloze verbinding niet lukt.
Er is sprake van een directe correlatie tussen de signaalsterke in dB in het gedeelte netwerk en
communicatie en de signaalsterkte die op het HOOFDSCHERM wordt weergegeven.
LBL-2008-41-v5 OptoMonitor 3 Gebruiksaanwijzing_nl versie 2021-08
90 |
pagina
Advertenties
Inhoudsopgave
