Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opsens OptoMonitor 3 F2300 Series Gebruiksaanwijzing pagina 21

Verberg thumbnails Zie ook voor OptoMonitor 3 F2300 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

De veldsterkten van stationaire RF-zenders, zoals die tijdens een elektromagnetisch locatie-onderzoek (a)
kunnen worden vastgesteld, moeten minder bedragen dan het conformiteitsniveau in ieder
frequentiebereik (b).
Er kunnen storingen optreden in de buurt van apparatuur die voorzien is van het volgende symbool:
Elektrochirurgie
IEC 60601-2-34
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische propagatie
wordt beïnvloed door
absorptie en reflectie van bouwwerken, voorwerpen en mensen.
(a) Veldsterktes van stationaire zenders, zoals basisstations van (draagbare/draadloze) radiotelefoons en
landmobiele radio's, 27 MC, AM- en FM-radio-uitzendingen en tv-uitzendingen kunnen theoretisch niet
precies worden voorspeld. Vanwege stationaire RF-zenders kan worden overwogen om een onderzoek van
het elektromagnetisch veld uit te voeren, om de elektromagnetische omgeving te beoordelen. Wanneer de
gemeten veldsterkte op de plek waar het apparaat
gebruikt wordt boven het hierboven weergegeven RF-conformiteitsniveau uitkomt, moet het apparaat in de
gaten worden gehouden om te controleren of het normaal functioneert. Als u constateert dat het apparaat
niet normaal functioneert, kan het nodig zijn om extra maatregelen te treffen, zoals het anders richten of het
verplaatsen van de OptoMonitor 3.
(b) Binnen het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moeten de veldsterkten minder bedragen dan 3 V/m.
Aanbevolen separatieafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en de
OptoMonitor 3
De OptoMonitor 3 is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde
RF-storingen kunnen worden beperkt. De koper of gebruiker van de OptoMonitor 3 kan
elektromagnetische storingen helpen voorkomen door een minimale separatieafstand tussen
draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en de OptoMonitor 3 te handhaven,
zoals hieronder wordt aangeraden, volgens het maximale uitgangsvermogen van de
communicatieapparatuur.
Nominaal maximaal
uitgangsvermogen van
de zender (W)
0,1
1
10
100
De OptoWire, de koppelingseenheid en de aortadruk-omvormer zijn CF
tegen de effecten van de ontlading van een defibrillator. De gemeten druk kan door de defibrillatie
afwijken.
LBL-2008-41-v5 OptoMonitor 3 Gebruiksaanwijzing_nl versie 2021-08
300 W snijmodus
100 W
coagulatiemodus
Separatieafstand in overeenstemming met de frequentie
van de zender (m)
150 kHz tot 80 MHz
d = 1,17√ P
0,37
1,17
3,69
11,67
De essentiële prestaties van de
OptoMonitor 3 worden niet beïnvloed door
elektrochirurgie-apparatuur, aangezien de
verbinding met de patiënt bestaat uit een
optische vezel.
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,17√ P
0,37
1,17
3,69
11,67
800 MHz tot 2,5 GHz
d = 2,33√ P
0,74
2,33
7,38
23,33
en daarmee beschermd
21 |
pagina

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave