Montagemet
hode 8
Installeren
van de
OpM3 DU-
15" op de
bureaustand
aard
M-A
Instructies
Maak de plaat vast aan de
achterkant van het scherm.
16 Parameters
De instellingsparameters zijn als volgt, tenzij door ziekenhuispersoneel anders wordt bepaald:
Middeling:
Drukschaal:
Tijdsschaal:
Registratie: De juiste parameterinstellingen worden bevestigd door middel van bijlage B
17 Kalibreren van 'AUX In' met de OptoMonitor 3 en het
hemodynamische systeem van de katheterisatiekamer
Kabelaansluiting
1. Sluit de Pd-uitgangskabel aan op het BP1 Hemo-kanaal; BP1 is het patiëntzijdige
drukingangskanaal van de aortadruk-omvormer.
2. Sluit de Pa-ingangskabel aan op de Hemo-uitgang met een hoog vermogen. Het hoge
uitgangsvermogen is 100 mmHg/V
1. Ga naar het onderhoudsscherm via het scherm INSTELLINGEN. Druk op de knop
'Input/Output Calibration', de knop in het midden van de bovenste rij van het scherm.
Controleer of 'Pa Source' is ingesteld op 'Aux'.
2. Klik in het vak 'Pd Out' op dropdownmenu 'Output (mmHg)' en kies '0'.
3. Voer een nulstelling van het BP1-kanaal van de katheterisatiekamer uit.
4. Controleer of bij 'Reading (mmHg)' in het vak 'AUX In' de waarde '0,0' staat. Zo niet, pas
dan de compensatiewaarden aan tot bij 'Reading (mmHg)' de waarde '0,0' staat. Als dit
het geval is, ga dan door met stap 5.
5. Klik vervolgens in het vak 'Pd Out' op dropdownmenu 'Output (mmHg)' en kies '200'.
Controleer het scherm van de katheterisatiekamer en controleer of de Pa daar bij 180--
220 mmHg ligt.
6. Controleer in het vak 'AUX In' of bij 'Reading (mmHg)' een waarde staat die ± 1 afwijkt
van de weergave op het scherm van de katheterisatiekamer. (Als de waarde van de
LBL-2008-41-v5 OptoMonitor 3 Gebruiksaanwijzing_nl versie 2021-08
Stap 1
M-E
3 slagen
0 - 150 mmHg of 0 - 200 mmHg
6 mm/s
Stap 2
Schroef de plaat vast op de
basis.
Stap 3
Definitieve situatie
108 |
pagina