Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nulstelling Aortale Ingang Mislukt; Uitbalanceren Mislukt; Hernieuwde Uitbalancering; Resetten Van De Uitbalancering - Opsens OptoMonitor 3 F2300 Series Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor OptoMonitor 3 F2300 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Nulstelling aortale ingang mislukt

De nulstelling van de Pa-ingang vanuit de omvormer is onder de volgende omstandigheden niet
mogelijk:
a. - variërende druk (bijv. pulserende bloeddruk)
b. - het verschil tussen de aortadruk-omvormer en de Pa waarde van het weergavescherm
is ± 200 mmHg
Als de Pa-nulstelling is mislukt en er voorheen nog geen Pa-nulstelling heeft plaatsgevonden, wordt de
melding 'Aortic zero failed!' weergegeven.
Als de Pa eerder op nul is gesteld en er een nulwaarde in het geheugen is opgeslagen, verschijnt de
melding 'Aortic zero failed, old value used'.
Zorg dat de aortale afsluitkraan in verbinding staat met de buitenlucht.
1- Controleer of alle verbindingen goed zijn aangesloten.
Druk op de knop 'AO Zero' voor de nulstelling van de Pa.

Uitbalanceren mislukt

"Equalization aborted"
Onder de volgende omstandigheden vindt er geen uitbalancering plaats:
1- - het verschil tussen de aortale en distale druk wijkt dubbel af
2- - de verbinding tussen de systemen, kabels en de drukgevoelige geleidingsdraad is slecht of
ontbreekt
"Equalization aborted, no signal"
De uitbalancering wordt niet uitgevoerd als er geen Pa en/of Pd-signaal is.

Hernieuwde uitbalancering

Normaliter wordt de uitbalancering alleen gedaan aan het begin van de FFR- of dPR-meting. Als er met
behulp van de knop 'Equalize' opnieuw wordt uitgebalanceerd, verschijnt de melding 'Equalization
already done - Re-Equalize?' als waarschuwing voor een eventuele ongewilde uitbalancering.
Druk op YES om de melding te bevestigen of op NO om te stoppen.

Resetten van de uitbalancering

Druk de knop 'EQUALIZE' nog een keer in om de uitbalancering te resetten en de Pa-druk terug te
brengen naar de standaardwaarde.
Om een extra stap na een eventuele herstart te voorkomen, wordt de uitbalanceringsfactor NIET
gereset als het instrument wordt opgestart. De uitbalanceringsparameters worden opgeslagen in het
vaste geheugen van de rekfactoraansluiting in de OptoWire.

Verkeerde koppeling rekfactoraansluiting en OptoWire

Iedere OptoWire is voorzien van een eigen, unieke rekfactoraansluiting (Gauge Factor Connector) die
in een gezamenlijke verpakking worden geleverd. Beiden moeten op de koppelingseenheid worden
aangesloten om het apparaat te laten werken.
Als het systeem een afwijking ontdekt, beginnen de gele leds op de koppelingseenheid te knipperen.
De OptoMonitor 3 laat een geluidssignaal van 3 gemiddeld hoge tonen horen.
In het mededelingenvenster verschijnt de melding 'Gauge Factor Connector → OptoWire mismatch'.
LBL-2008-41-v5 OptoMonitor 3 Gebruiksaanwijzing_nl versie 2021-08
100 |
pagina

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave