6 Aansluitschema's en configuratie
Tab.36
Component
Toegang
Configureren van
Analoge ingangen
de cascade
>Geavanceerde parameters
Recirculatiepomp
AUX
Externe regeling
0_10 V regelingang
6.5
Werking in cascade
Tab.37
Cascadealgoritme temperatuurtype
Vermogen
Temperatuur
Tab.38
Cascadealgoritme vermogenstype
Vermogen
Temperatuur
72
AFC
8. Configureer de parameters voor de volgende componenten:
Parameter
Selecteer de toepassing van de
sensor.1
Type groep (menggroep, directe
groep etc.)
Het DIEMATIC Evolution bedieningspaneel geïnstalleerd op de master-
ketel kan tot maximaal zeven ketels in cascade regelen.
De systeemsensor is aangesloten op de hoofdketel.
Alle ketels in de cascade zijn aangesloten via een S-BUS kabel.
De ketels worden automatisch genummerd:
Nummer 1 = hoofdketel
Nummer 2 = niet toegekend
Nummer 3 = eerste volgketel
Nummer 4 = tweede volgketel, enzovoort.
De cascade kan op twee verschillende manieren worden geregeld:
Traditionele regeling: opeenvolgende toevoeging van aanvullende
ketels,
Parallelle regeling: gelijktijdig toevoegen van aanvullende ketels.
Het temperatuursetpunt dat naar de ketel wordt gestuurd, kan op twee
manieren worden verwerkt:
Het temperatuursetpunt dat naar de ketel wordt gezonden, wordt verwerkt gebruik makend
van het maximum gevraagde vermogen van de verwarmings- en sanitair warmwatercircuits.
Het temperatuursetpoint dat naar de ketel wordt gezonden wordt verwerkt gebruik makend
van het maximum temperatuursetpoint gevraagd door de verwarmings- en warmwatercircuits,
waarbij wordt opgeteld de fout tussen de gemeten cascadetemperatuur en het maximaal ge
wenste temperatuursetpunt
De proportioneel-integraal-regelaar berekent het vermogenssetpunt afhankelijk van het ver
schil tussen de gemeten cascadetemperatuur en het maximum temperatuursetpunt gevraagd
door de circuits
Het temperatuursetpoint is ingesteld op 90 °C.
Code
Aanpassing vereist
EP036
Systeem (cascade)
CP024
Tijdprogramma
Zie
Functie 0-10 volt ingang, pagina 86
7796630 - V03 - 06122021