Pagina 1
België Luxemburg PROJECT Deutsche Anleitung auf Anfrage erhältlich EVODENS PRO Installatie- en gebruikershandleiding Hoog rendement gaswandketel Inicontrol 2 S U S T A I N A B L E C O M F O R T ®...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden.
1 Veiligheid Veiligheid Algemene veiligheidsinstructies 1.1.1 Voor de installateur Gevaar Indien u gas ruikt: 1. Gebruik geen vuur, rook niet, gebruik geen elektrische contacten of schakelaars (bel, verlichting, motor, lift, etc.). 2. Sluit de gasaanvoer af. 3. Open de ramen. 4.
1 Veiligheid Waarschuwing Het gebruik van de ketel en de installatie door u als eindgebruiker dient zich te beperken tot de handelingen zoals omschreven in deze handleiding. Uitgebreidere handelingen dienen uitsluitend door een erkend installateur te geschieden. Waarschuwing De condenswaterafvoer mag niet worden gewijzigd of afgedicht. Wanneer een condensaat-neutralisatiesysteem is toegepast, dient dit regelmatig volgens de voorschriften van de fabrikant te worden gereinigd.
Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers onmiddellijk. Belangrijk Wijzigingen in de ketel mogen alleen worden uitgevoerd na schriftelijke toestemming van De Dietrich. Aansprakelijkheden 1.3.1 Aansprakelijkheid van de fabrikant Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde richtlijnen.
2 Over deze handleiding Leg de installatie uit aan de gebruiker. Als onderhoud noodzakelijk is, waarschuw dan de gebruiker voor de controle- en onderhoudsplicht betreffende het apparaat. Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker. 1.3.3 Aansprakelijkheid van de gebruiker Om het optimaal functioneren van het apparaat te garanderen moet u de volgende aanwijzingen in acht nemen: Lees de voorschriften van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht.
3 Beschrijving van het product Houd bij de keuze van de pomp rekening met de ketelweerstand en de installatieweerstand. Opgelet De pomp mag een maximaal vermogen van 200 W hebben. Gebruik een hulprelais voor een pomp met een groter vermogen. Installeer de pomp direct onder de ketel op de retouraansluiting, indien mogelijk.
3 Beschrijving van het product Afmetingen en aansluitingen Afb.2 Afmetingen AD-4100113-03 Tab.1 Aansluitingen Symbool Aansluiting rookgasafvoer Ø 80 mm Ø 100 mm Ø 100 mm Ø 100 mm luchttoevoer Ø 125 mm Ø 150 mm Ø 150 mm Ø 150 mm sifon 25 mm 25 mm...
Pagina 11
3 Beschrijving van het product Afb.3 Algemeen voorbeeld R-Bus L-Bus S-Bus AD-3001366-02 Tab.2 Componenten in het voorbeeld Item Beschrijving Functie Control Unit: besturingsautomaat De besturingsautomaatregelt alle basisfuncties van het toe stel. Connection Board: Aansluitprintplaat De aansluitprintplaat biedt gemakkelijke toegang tot alle con nectoren van de besturingsautomaat.
4 Voorbereiding van de installatie Voorbereiding van de installatie Installatievoorschriften Waarschuwing De installatie van de ketel moet door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regelgeving. Locatiekeuze Bij de keuze van de beste installatielocatie moet u rekening houden met: De richtlijnen.
4 Voorbereiding van de installatie Eisen aan de CV wateraansluitingen Plaats, bij montage van serviceafsluiters, de vulkraan/aftapkraan, het expansievat en het overdrukventiel tussen de afsluiter en de ketel. Voer eventuele laswerkzaamheden uit op voldoende afstand van de ketel of voordat de ketel opgehangen wordt. Monteer voor het vullen en het aftappen van de ketel een vulkraan/ aftapkraan in de installatie, bij voorkeur in de retour.
4 Voorbereiding van de installatie Eisen aan het rookgasafvoersysteem 4.7.1 Classificatie Belangrijk De installateur is verantwoordelijk voor het toepassen van de juiste diameter, lengte en type van het rookgasafvoersysteem. Gebruik altijd aansluitmateriaal, dakdoorvoer en/of geveldoorvoer van dezelfde fabrikant. Raadpleeg de fabrikant voor compatibiliteit.
Pagina 15
4 Voorbereiding van de installatie Tab.7 Type rookgasaansluiting: C 13(X) Principe Beschrijving Aanbevolen fabrikanten Gesloten uitvoering Geveldoorvoer en aansluitma teriaal: Uitmonding in de gevel. Luchttoevoeropening ligt in hetzelfde drukgebied als de uit Remeha, te combineren met monding (bijvoorbeeld een gecombineerde geveldoorvoer). aansluitmateriaal van Burger...
4 Voorbereiding van de installatie Tab.10 Type rookgasaansluiting: C 93(X) Principe Beschrijving Aanbevolen fabrikanten Gesloten uitvoering Aansluitmateriaal en dakdoor voer: Luchttoevoer- en rookgasafvoerkanaal in schacht of omko kerd: Burgerhout Concentrisch. Cox Geelen Luchttoevoer uit bestaand kanaal. Muelink & Grol Rookgasafvoer bovendaks. Poujoulat Instroomopening voor de luchttoevoer ligt in hetzelfde druk...
4 Voorbereiding van de installatie Waarschuwing De koppel- of verbindingsmethodes verschillen per fabrikant. Het is niet toegestaan om leidingen, koppel- of verbindingsmethodes van verschillende fabrikanten te mengen. Dit geldt ook voor dakdoorvoeren en gemeenschappelijke kanalen. De toegepaste materialen moeten voldoen aan de geldige voorschriften en normen.
Pagina 18
Deze mogen niet worden verkleind of afgesloten. AD-0000028-02 Tab.14 Maximale lengte (L) Diameter 80 mm 90 mm 100 mm 110 mm 130 mm AMC 45 39 m 40 m 40 m 40 m 40 m AMC 65 11 m 17 m 26 m 40 m...
4 Voorbereiding van de installatie Waarschuwing Het niet volgens de voorschriften installeren van de rookgasafvoer- en luchttoevoermaterialen (niet lekdicht, niet correct gebeugeld, et cetera), kan tot gevaarlijke situaties leiden en/of lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Zorg voor voldoende afschot van de rookgasafvoerleiding richting de ketel (minimaal 50 mm per meter) en voor voldoende condensopvang en afvoer (minimaal 1 m voor de uitmonding van de ketel).
5 Installatie Belangrijk Om pendelen te voorkomen, zorg voor een minimum watercirculatie door gebruikmaking van een bypass of open verdeler. Voor meer informatie, zie Wijzigen van de standaard ΔT-instelling, pagina 46 Installatie Positionering van de ketel Afb.13 Ophangen ketel Dankzij de ophangstrip aan de achterzijde van de mantel, kan de ketel direct aan de ophangbeugel gehangen worden.
5 Installatie Aansluiten van het verwarmingscircuit Afb.14 Aansluiten aanvoer CV en retour 1. Verwijder de stofdop op de aansluiting aanvoer CV onder aan de ketel. 2. Monteer de uitgaande leiding voor CV-water op de aansluiting aanvoer CV. 3. Verwijder de stofdop op de aansluiting retour CV onder aan de ketel.
5 Installatie Gasaansluiting Afb.16 Aansluiten gasleiding 1. Verwijder de stofdop op de gasaansluiting onder aan de ketel. 2. Monteer de gasaanvoerleiding. 3. Monteer in deze leiding direct onder de ketel ( binnen 1 meter afstand) een gaskraan. 4. Monteer de gasleiding op de gaskraan. Belangrijk De gaskraan moet altijd bereikbaar zijn AD-0000025-02...
De ketel is geheel voorbedraad. Opgelet Bestel een vervangend netsnoer altijd bij De Dietrich. De voedingskabel mag alleen door De Dietrich of door een De Dietrich gecertificeerde installateur vervangen worden. De stekker van de ketel moet altijd bereikbaar zijn.
5 Installatie Afb.22 8. Voer de betreffende aansluitkabel(s) door de ronde tule(s) op de bodemplaat van de ketel. 9. Leid de desbetreffende aansluitkabel(s) door de instrumentenbox in de daarvoor bestemde kabelgootjes. 10. Maak de trekontlastingsclip(s) los en leid de kabel(s) hieronder. 11.
5 Installatie Vorstbeveiliging in combinatie met aan/uit thermostaat Bij toepassing van een aan/uit thermostaat kunnen de leidingen en radiatoren in een vorstgevoelige ruimte beveiligd worden met een vorstthermostaat. De radiatorkraan in de vorstgevoelige ruimte moet open staan. Afb.26 Aansluiten vorstthermostaat Tk aan/uit thermostaat Tv Vorstthermostaat 1.
Pagina 27
5 Installatie Belangrijk Bij ketels met een SCB-10-besturingsprint moet de buitensensor worden aangesloten op de SCB-10-besturingsprint. Stel parameter AP056 in op het geïnstalleerde sensortype. Afb.29 Aansluiten buitensensor 1. Sluit de stekker van de buitensensor aan op de aansluiting Tout. Tab.21 Instellingen van de stooklijn Tout Voetpunt stooklijn...
5 Installatie Belangrijk Bij ketels met een SCB-10-print, wordt de boilersensor/ thermostaat aangesloten op de SCB-10-print. Afb.32 Aansluiten boilersensor/- 1. Sluit de twee-aderige kabel aan op de klemmen Tdhw van de thermostaat aansluitconnector. Tdhw AD-3000971-02 5.7.4 Aansluitmogelijkheden van de - IF-01-uitbreidingsprint Afb.33 IF-01-printplaat De IF-01-uitbreidingsprint is standaard in de instrumentenbox ingebouwd.
Pagina 29
5 Installatie Afb.34 Jumper (2) omzetten Het 0 - 10 V signaal regelt de ketelaanvoertemperatuur. Deze regeling is modulerend op de aanvoertemperatuur. Het vermogen varieert tussen de minimale en maximale waarde op basis van het door de regelaar berekende aanvoertemperatuur setpunt. Door middel van een jumper (2) op de interface wordt gekozen voor temperatuursturing ( ) of vermogenssturing (%).
5 Installatie 5.7.5 Beschrijving van de GTW-25-printplaat Afb.36 1 Connector S-Bus 2 Connector S-Bus De GTW-25-printplaat wordt gebruikt om een apparaat aan te sluiten dat geen BDR Bus-System-aansluiting via een BDR S-Bus-interface-gateway heeft. Met deze printplaat wordt de ketel in een cascadeopstelling aangesloten. De GTW-25-printplaat wordt in de fabriek gemonteerd.
5 Installatie 5.7.6 Aansluiten standaard pomp Afb.38 Voedingskabel aansluiten De pomp moet op de standaard besturingsprint worden aangesloten. Hiervoor gaat u als volgt te werk: 1. Sluit de X81 voedingskabel aan op de pomp. 2. Verwijder de tule uit de opening in het midden van de bodem van de ketel.
6 Voorbereiding van de inbedrijfstelling Voorbereiding van de inbedrijfstelling Controlelijst vóór inbedrijfstelling 6.1.1 Sifon vullen Afb.40 Sifon vullen Gevaar De sifon moet altijd voldoende met water gevuld zijn. Dit voorkomt dat er rookgassen in het vertrek komen. 1. Demonteer de sifon. 2.
Het is alleen toegestaan de apparatuur en de instellingen te controleren. Afb.41 Gasblok meetpunten C 1 Gasblok op de AMC 45 - 65 - 90 2 AMC 115 Waarschuwing Zorg dat de ketel uitgeschakeld is. Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort niet overeenkomt met de toegestane gassoorten.
6 Voorbereiding van de inbedrijfstelling Schoorsteenveger Druk tegelijk op toetsen 1 en 2 om modus de schoorsteenvegermodus te star ten. Menu Druk tegelijk op toetsen 3 en 4 om het menu te openen. Voor meer informatie, zie Aanvullende documentatie, pagina 0 6.2.2 Betekenis van de symbolen op het display Tab.26...
6 Voorbereiding van de inbedrijfstelling 6.2.3 Navigeren door de menu's Belangrijk Afhankelijk van de aangesloten apparaten of besturingsprinten, toont het bedieningspaneel in bepaalde menu’s verschillende keuzemogelijkheden. Selecteer eerst een apparaat, besturingsprint of zone om een instelling te bekijken of te wijzigen. Afb.43 Stap 1 1.
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Inbedrijfstellingsprocedure Waarschuwing De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur. Bij gebruik van een ander type gas, bijv. propaan, moet de ketel aangepast worden voordat de ketel aangezet wordt. Ventilatortoerental voor verschillende gassoorten, pagina 37 1.
Afb.51 Positie afstelschroef A 1 Gasblok op de AMC 45 - 65 - 90 2 Gasblok op de AMC 115 1. Gebruik afstelschroef A, stel de fabrieksinstelling in op propaan. De slagen voor elk type ketel staan in de tabel vermeld.
Controle-/instelwaarden O bij vollast Afb.55 Positie afstelschroef A 1 Gasblok op de AMC 45 - 65 - 90 2 AMC 115 1. Meet het percentage O in de rookgassen. 2. Vergelijk de gemeten waarde met de controlewaarden in de tabel.
Pagina 39
AMC 115 4,2 - 4,7 (1) Nominale waarde Tab.33 Controle-/instelwaarden O bij vollast voor G25 (L-gas) Waarden bij vollast voor G25 (L-gas) AMC 45 6,6 - 7,1 AMC 65 6,5 - 7,0 AMC 90 3,2 - 3,7 AMC 115 4,0 - 4,4 (1) Nominale waarde Tab.34...
Pagina 40
Controle-/instelwaarden O bij laaglast Afb.57 Positie afstelschroef B 1 Gasblok op de AMC 45 - 65 - 90 2 AMC 115 1. Meet het percentage O in de rookgassen. 2. Vergelijk de gemeten waarde met de controlewaarden in de tabel.
8 Instellingen Laatste aanwijzingen 1. Verwijder de meetapparatuur. 2. Draai de dop op het rookgasmeetpunt. 3. Verzegel het gasblok. 4. Plaats de frontmantel terug. 5. Warm de CV-installatie op tot ongeveer 70 °C. 6. Schakel de ketel uit. 7. Ontlucht de CV-installatie na circa 10 minuten. 8.
8 Instellingen Opgelet Wijziging van fabrieksinstellingen kan de werking van de ketel nadelig beïnvloeden. 8.2.1 De installatieparameters configureren 1. Navigeer naar het installateursmenu. Afb.62 Stap 2 2. Druk op de toets om het menu te openen. MW-3000312-01 Afb.63 Stap 3 3.
Pagina 43
Deze waarde is het toerental van de ventilator dat bij de AD-3001610-02 gewenste belasting hoort. 3. Wijzig parameter GP007 om de gewenste maximale belasting in te stellen. Afb.74 Grafiek voor AMC 45 1000 1500 2000 2500 3000 3500...
Pagina 44
8 Instellingen Afb.75 Grafiek voor AMC 65 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000 5500 6000 6500 7000 7500 8000 AD-3001800-01 Q Belasting (Hi) (kW) R Toerental van de ventilator Tab.39 Toerentallen van de ventilator Keteltype Minimale belasting Fabrieksinstelling Maximale belasting AMC 65...
1. Stel parameter GP021 in op de vereiste temperatuur. Tab.43 Verhogen van de standaard ΔT-instelling Keteltype Standaard ΔT-instel Maximum ΔT-instel ling ling AMC 45 25 °C 40 °C AMC 65 AMC 90 AMC 115 20 °C 35 °C 2. Als een PWM-gestuurde cv-pomp door het bedieningspaneel van de ketel wordt aangestuurd, stel dan parameter PP014 in op 2 °C.
8 Instellingen Afb.79 Vloer drogen-grafiek 0:00 0:00 0:00 0:00 0:00 0:00 0:00 0:00 0:00 0:00 0:00 0:00 0:00 AD-3001406-01 d Aantal dagen 3 Vloer drogen eindtemperatuur (parameter CP490) T Richttemperatuur verwarming 4 Vloerdroogfunctie opstarten 1 Aantal dagen dat de vloerdroogfunctie actief is 5 Einde van de vloerdroogfunctie, terug naar normale (parameter CP470) werking...
Pagina 48
8 Instellingen Code Displaytekst Beschrijving Instelbereik Submenu 45 CP082 Groep,setpunt Activiteittemperatuur per 5 - 30 °C CIRCA ruimte groep CP083 Groep,setpunt Activiteittemperatuur per 5 - 30 °C CIRCA ruimte groep CP084 Groep,setpunt Activiteittemperatuur per 5 - 30 °C CIRCA ruimte groep CP085 Groep,setpunt...
Pagina 49
8 Instellingen Code Displaytekst Beschrijving Instelbereik Submenu 45 AP006 Min. water Het toestel zal beneden deze 0 - 6 bar CU-GH08 0.8 druk waarde een lage waterdruk melding geven AP008 Vrijgave Wachttijd na sluiten van vrij 0 - 255 Sec CU-GH08 0 wachttijd gavecontact om de verwar...
Pagina 50
8 Instellingen Code Displaytekst Beschrijving Instelbereik Submenu 45 CP740 Groep, af Afkoelsnelheid 0 = Langzaamst CIRCA koelsnlhd 1 = Langzamer 2 = Normaal 3 = Sneller 4 = Snelst CP750 Groep, max Maximale aanwarmtijd 0 - 240 Min CIRCA aanwarmtd CP780 Regelstrate...
Pagina 51
8 Instellingen Code Displaytekst Beschrijving Instelbereik Submenu 45 CP240 Groep,invloed Ruimteinvloed op stooklijn 0 - 10 CIRCA CP250 Groep,kalibr Calibratie ruimtevoeler -5 - 5 °C CIRCA CP640 Serienr Ther Serienummer van verbonden CIRCA mostaat thermostaat CP670 Serienr Ther Serienummer van verbonden CIRCA mostaat thermostaat...
9 Gebruikersinstructies Afb.84 Stap 6 6. Druk op de toets om de parameter te bevestigen. MW-3000349-01 Afb.85 Stap 7 7. Druk op de toets totdat de gewenste taalcode wordt weergegeven. MW-3000419-03 Afb.86 Stap 8 8. Druk op de toets om de taalkeuze te bevestigen. MW-3000447-03 Afb.87 Stap 9...
9 Gebruikersinstructies Afb.95 Stap 9 9. Druk meerdere malen op de toets om terug te keren naar het hoofdscherm. MW-3000397-01 Wijzigen van de gebruikersparameters De parameters in het gebruikersmenu kunnen door de eindgebruiker of de installateur worden gewijzigd. Belangrijk Selecteer eerst een apparaat, besturingsprint of zone om een instelling te bekijken of wijzigen.
9 Gebruikersinstructies Belangrijk De CV aanvoertemperatuur kan alleen op deze wijze aangepast worden bij gebruik van een aan/uit thermostaat. Afb.104 Stap 1 1. Druk op de toets voor selectie van de CV aanvoertemperatuur. MW-3000366-01 Afb.105 Stap 2 2. Druk op de toets voor toegang tot de CV aanvoertemperatuur.
9 Gebruikersinstructies Instellen van het klokprogramma Indien geen gebruik wordt gemaakt van een klokthermostaat, kan het klokprogramma van het apparaat worden gebruikt. Met dit klokprogramma kan de verwarmingstemperatuur verlaagd worden tijdens de nacht of afwezigheid overdag. In het klokprogramma kan voor iedere weekdag de begintijd en eindtijd van de temperatuurverlaging geprogrammeerd worden.
9 Gebruikersinstructies Afb.118 Stap 8 8. Druk op de toets om de keuze te bevestigen. MW-3000434-01 Afb.119 Stap 9 9. Selecteer status C1 overeenkomend met schakeltijd S1 door op de toets te drukken. Tab.53 Statussen C1 tot C6 voor de periodes S1 tot S6 C1 tot C6 Beschrijving MW-3000391-01...
9 Gebruikersinstructies Uitschakelen van de SWW productie Afb.125 Stap 1 1. Druk circa 2 seconden op de toets MW-3000328-01 Afb.126 Stap 2 2. Druk op de toets voor de selectie van de SWW productie. MW-3000398-01 Afb.127 Stap 3 3. Druk op de toets om de keuze voor SWW productie te bevestigen.
10 Technische specificaties 9.10 Vorstbeveiliging Opgelet Tap de ketel en de CV-installatie af, als u voor langere tijd geen gebruik maakt van de woning of het gebouw en er kans is op vorst. De vorstbeveiliging werkt niet als de ketel buiten bedrijf is. De ingebouwde ketelbeveiliging werkt alleen voor de ketel en niet voor de installatie en radiatoren.
10 Technische specificaties 10.1.3 Richtlijnen Naast de wettelijke voorschriften en richtlijnen, moeten ook de aanvullende richtlijnen in deze handleiding worden opgevolgd. Voor alle voorschriften en richtlijnen, zoals genoemd in deze handleiding, geldt dat aanvullingen of latere voorschriften en richtlijnen op het moment van installeren van toepassing zijn.
Pagina 62
10 Technische specificaties Elektrische beschermingsindex Zekeringen (traag) Hoofd CU-GH08 (1) zonder pomp Tab.61 Gegevens overige Totaal gewicht inclusief verpakking 60,5 66,5 76,5 76,5 65,2 65,2 Minimaal montagegewicht Gemiddelde geluidsniveau op een af dB(A) 45,1 46,7 51,6 51,1 stand van 1 meter van de ketel (1) Zonder frontmantel.
10 Technische specificaties 10.3 Ketelpomp Bij deze ketel wordt de ketelpomp niet meegeleverd. Houd bij de keuze van de pomp rekening met de ketelweerstand en de installatieweerstand. De grafiek toont de hydraulische weerstand bij verschillende debietwaarden. De tabel toont belangrijke nominale debietwaarden en de bijbehorende hydraulische weerstand.
11 Bijlage 11.1.2 Pakketkaart Afb.131 Pakketkaart voor ketels met vermelding van de energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van het pakket Seizoensgebonden energie-effi ciëntie van ruimteverwarming door ruimteverwarmingstoestel met ketel ‘I’ Temperatuurregelaar Klasse I = 1%, Klasse II = 2%, Klasse III = 1,5%, Klasse IV = 2%, Klasse V = 3%, Klasse VI = 4%, overeenkomstig productkaart temperatuurregelaar Klasse VII = 3,5%, Klasse VIII = 5%...
11 Bijlage De waarde van de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van de hoofdverwarming, uitgedrukt in %. De factor voor het wegen van de warmteafgifte van hoofd- en aanvullende verwarmingstoestellen van een pakket zoals aangegeven in de volgende tabel. De waarde van de wiskundige formule: 294/(11 · Prated), waarbij "Prated"...
Pagina 68
DUEDI S. MEIER TOBLER Distributore Uffi ciale Esclusivo Chemin de la Veyre-d'En-Haut B6, De Dietrich-Thermique Italia Via Maestri del Lavoro, 16 CH -1806 St-Légier-La-Chiésaz 12010 San Defendente di Cervasca (CN) +41 (0) 21 943 02 22 +39 0171 857170 info@meiertobler.ch...