11.2
Lijst van storingscodes
Tab.63
Vergrendelingscodes
Code
Beschrijving
H00.06
De retourtemperatuursensor werd
verwacht maar is niet gedetecteerd
H01.03
Waarschuwing detectie onbedoeld
vlamverlies
H01.05
Maximum verschil tussen
aanvoertemperatuur en
retourtemperatuur
H01.08
Delta T Max 3
H01.14
De aanvoertemperatuur heeft de
maximale bedrijfswaarde
overschreden
H01.21
Stijging van de
warmtewisselaartemperatuur te snel
H02.00
Toestel wordt gereset
H02.02
Wacht op configuratienummer
7796630 - V03 - 06122021
Oorzaak(oorzaken)
De Pompconfiguratie parameter is in
gesteld op PWM en er is geen retour
sensor aangesloten
Verlies van vlamsignaal
Verkeerde branderinstellingen
Slechte watercirculatie
De verhoging van de aanvoertempe
ratuur heeft de maximale grens over
schreden. Het waterdebiet in de in
stallatie is onvoldoende.
Onvoldoende waterdebiet
Sensorfout
De verhoging van de sanitair warm
watertemperatuur heeft de maximale
grens overschreden.
Tijdelijke blokkering tijdens een sys
teemreset.
De verwarmingsketel is niet geconfi
gureerd. De PCU-printplaat is vervan
gen.
Controle(s)/oplossing(en)
Controleer de aansluiting van de re
toursensor
Controleer de lekdichtheid van het
oliecircuit
Controleer of de stookoliekraan
open is
Controleer de status van de vlam
detectiecel en de uitlijning daarvan
met de verbrandingskop
Controleer de verbrandingskop op
vervuiling
Controleer de brander- en recircula
tiesleufinstellingen
Vervang, indien nodig de sproeier
en controleer de branderontsteking
Ontlucht het verwarmingscircuit
Controleer de circulatie (pomp- en
kleprichting, pomp- en klepfunctie)
Controleer de waterdruk
Controleer de doorstroming (rich
ting, pomp, kleppen)
Controleer de waterdruk sensorfout
Controleer de goede werking van
de sensors
Controleer of de ketelsensor goed
gemonteerd is
Controleer de circulatie (pomp- en
kleprichting, pomp- en klepfunctie)
Controleer de waterdruk
Controleer de bedrading
Controleer de goede werking van
de sensors
Controleer of de ketelsensor goed
gemonteerd is
Het waterdebiet in de installatie is on
voldoende.
Controleer de doorstroming (rich
ting, pomp, kleppen)
Controleer de waterdruk
Sensorfout
Controleer de goede werking van
de sensors
Controleer of de ketelsensor goed
gemonteerd is
Stel het type generator in het menu
Instellen van de configuratienummers
in (zie de originele typeplaat) en con
troleer vervolgens de branderpara
meters.
AFC
11 Bij storing
115