Inhoudsopgave
Advertenties
5 Installatie
5.8.2
Bedieningspaneel
5.8.3
Plaatsing van de kabel
Afb.47
2
3
4
MW-1001071-1
5.8.4
Toegang tot de aansluitklemmenstroken
52
AFC
dat in geen geval gemonteerd mag zijn in het bedieningspaneel. De som
van de stroomsterkten van alle uitgangen mag niet meer dan 4 A
bedragen.
De verwarmingsketel is geheel voorbedraad. De stroomvoorziening door
het spanningsnet vindt plaats via een aansluitkabel (vast gemonteerd).
Alle andere uitwendige aansluitingen kunnen uitgevoerd worden met
behulp van de aansluitstekkers (laagspanning).
Sluit het apparaat aan op een circuit dat voorzien is van een omnipolige
schakelaar met een contactopeningsafstand van 3 mm of meer.
Een-fase voeding: 230 V (+6% / -10%) - 50 Hz. Gemonteerde
voedingskabel.
Sluit de verwarmingsketel aan op een stroomonderbreker van 10 ampère
type C.
1
Open de toegangsklep van het bedieningspaneel en verwijder het
bovenpaneel.
1. Toegang tot de interne componenten van de ketel.
Opgelet
Het niet-naleven van deze regels kan interferenties veroorzaken
en leiden tot een slechte werking van de regeling en eventuele
beschadiging van de elektronische circuits.
Opgelet
Houd u aan de polariteiten die op het klemmenbord zijn
aangegeven: fasegeleider (L), nulgeleider (N) en aardgeleider
(
).
Opgelet
Onderbreek de stroom alvorens werkzaamheden aan het
apparaat of aan het apparaat verbonden accessoires uit te
voeren.
1 Kabelgoot
2 Doorvoer sensorkabels
3 Kabeldoorvoer 230 V
4 Zet de kabel(s) bij het aansluiten vast met trekontlasting(en)
Gevaar
Houd de sensorkabels gescheiden van de 230 V stroomkabels.
7796630 - V03 - 06122021
Advertenties
Inhoudsopgave
