5.
Gebruik een sok- of moersleutel van 14 mm om de aftapplug te verwijderen door tegen de wijzers van de klok in
te draaien en de motorolie in de opvangbak af te tappen. Zie de volgende WAARSCHUWING.
WAARSCHUWING
• Probeer nooit de motorolie te verversen zolang de motor heet of zelfs alleen maar warm is. Hete
motorolie kan brandwonden veroorzaken.
• Draag altijd een veiligheidsbril of andere goedgekeurde oogbescherming wanneer u
onderhoudswerkzaamheden op het voertuig uitvoert. Draag rubberen handschoenen bij het werken
met de olieaftapplug, het oliefilter en de opvangbak.
6.
Reinig de schroefdraden van de aftapplug met een oplosmiddel om olie en olieresten te verwijderen. Zorg dat de
aftapplugring op de aftapplug blijft zitten.
7.
Gebruik een sok- of moersleutel van 14 mm en vervang de aftapplug door deze met de wijzers van de klok mee
te draaien en tot 24,4 N·m aan te draaien..
8.
Plaats de opvangbak weer onder het filter van de motorolie (Figuur 32).
9.
Verwijder de motoroliefilter (1) door deze tegen de wijzers van de klok in te draaien en de resterende olie in de
opening van de filter en de filter in de opvangbak af te tappen.(Figuur 33). Zie de volgende OPMERKING.
OPMERKING: Om te voorkomen dat er olie op de motorbodemplaat druipt, kun u een soort lekbescherming (3)
gebruiken. Neem hiervoor een lege container van 1 liter (quart) en snij de bodem schuin af. Schuif het open
stuk van de container vervolgens over en onder het oliefilter alvorens dit te verwijderen. Plaats de opening
van de plastic container zodanig dat de olie in de olieopvangbak loopt. De lekbescherming kan worden
gemaakt door een stuk karton, dun metaal of plastic onder het oliefilter te vouwen waardoor er een geultje
ontstaat waar de olie vanaf de opening van het filter de olieopvangbak in kan stromen.
Gooi gebruikte olie weg in overeenstemming met de plaatselijke milieuwet- en regelgeving.
26
Figuur 33 Verwijder de motoroliefilter
10. Gebruik een schone doek om de montagebeugel van de oliefilter te reinigen op de plek waar de oliefilterpakking
zich bevindt.
11. Monteer een nieuwe oliefilter (CCI P/N 1016467) op de opening van de oliefilter. Breng een dun laagje wit lithium
NLGI nummer 2 vet (Dow Corning
afdichting rondom de buitenkant van de filter aan voordat u dit op de opening van de oliefilter monteert (Figuur
34). Hierdoor hecht het filter zich beter aan de montagebeugel.
OPMERKING: Gebruik uitsluitend oliefilters van Club Car (CCI P/N 1016467) die speciaal voor deze motor zijn
ontwikkeld.
®
BR2-Plus of een gelijkwaardig product) of nieuwe motorolie op de rubberen
Turf/Carryall-voertuig Handleiding voor de eigenaar
Motorolie – Benzinevoertuig
63