Inhoudsopgave
Advertenties
2.
Sla het voertuig op een koele, droge plaats op. Dit vermindert de kans dat de accu vanzelf leegloopt. Als de accu
erg zwak lijkt te zijn, dient u deze door een geschoolde monteur te laten opladen. Gebruik een acculader voor
auto's van 12 volt, 10 ampère of minder.
3.
Laat de carburateur leeglopen en verzegel de brandstoftank.
3.1. Plaats de vooruit-/achteruithendel in de stand VRIJLOOP en de vrijloopvergrendelingsschakelaar in de
stand ONDERHOUD. Draai de brandstofafsluitklep (1) (Figuur 21) of(Figuur 22) naar de gesloten (UIT)
stand en laat de motor lopen totdat de achtergebleven brandstof in de carburateur en de brandstofleidingen
volledig weg is en de motor tot stilstand komt. Zet de vrijloopvergrendelingsschakelaar in de stand
GEBRUIK.
3
1. Brandstofafsluitklep 2. Gesloten (UIT) 3. Open (aan) OPMERKING:
Wanneer u een stand van de afsluitklep selecteert, moet u erop letten
dat deze volledig is geopend of volledig is gesloten.
449
Figuur 21 Brandstofafsluitklep – 49-State-brandstoftank
3.2. Draai de aftapschroef van de carburateur los maar verwijder deze niet en laat de resterende brandstof in
een klein, schoon blik lopen en giet de brandstof uit het blik vervolgens in de brandstoftank van het voertuig.
Draai de aftapschroef van de carburateur weer aan.
3.3. Vul de brandstoftank tot ongeveer 2,5 cm onder de bovenrand en voeg, overeenkomstig de richtlijnen van
de fabrikant, een in de handel verkrijgbare brandstofstabilisator (zoals Sta-Bil
3.4. Ontkoppel de ontluchtingsslang van de ontluchtingsnippel van de brandstoftank.
3.5. Sluit de ontluchtingsnippel luchtdicht af. Wij adviseren het gebruik van een vynil dop die u over de
ontluchtingsnippel schuift.
4.
Koppel de accukabels af, de negatieve (–) kabel eerst.
5.
De accu's moeten schoon en corrosievrij zijn. Reinig de bovenkant van de accu's en de accupolen met een
oplossing van natriumbicarbonaat en water (237 ml - ofwel 1 cup - natriumbicarbonaat per 3,8 L - ofwel 1 gallon
- water). Spoel de oplossing van de accu's af. Zorg dat de oplossing niet in de accu kan lopen.. Zorg ervoor
dat de accupolen goed vastzitten. Laat de accupolen opdrogen en bedek ze met een laagje Battery Terminal
Protector Spray (CCI P/N 1014305).
6.
Ter bescherming van de motor verwijdert u de bougie en giet u 14,2 ml olie SAE 10 in de motor via het bougiegat.
Draai de motorkrukas een paar keer met de hand aan en installeer vervolgens de bougie.
7.
Zorg dat de banden de aanbevolen bandenspanning hebben. zie Voertuigspecificaties – Benzinevoertuigen
op pagina 69.
8.
Voer halfjaarlijks een smeerbeurt uit. zie Periodiek smeerschema op pagina 51.
9.
Reinig de voor- en achterzijde van de carrosserie, stoelen, het laadplatform, motorcompartiment en onderzijde
van het voertuig grondig.
1
2
1. Afsluitklep van de brandstof 2. Gesloten (UIT) 3. Open (aan)
OPMERKING: Wanneer u een stand van de afsluitklep selecteert, moet
u erop letten dat deze volledig is geopend of volledig is gesloten.
450
Figuur 22 Brandstofafsluitklep – Brandstoftank Californië
Turf/Carryall-voertuig Handleiding voor de eigenaar
3
®
Opslag – Benzinevoertuigen
1
) toe.
45
Advertenties
Inhoudsopgave
