Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Veiligheidscontroles eerste ingebruikneming en dagelijkse controles
• Uitlaatsysteem (benzinevoertuigen): Controleer op lekkages.
• Functietest:Voer de test volgens de aanwijzingen uit. zie Functietest op pagina 34.
WAARSCHUWING
• Zorg ervoor dat u het plastic van de zitting verwijdert voordat u het voertuig in gebruik neemt. Indien
u dit niet doet, kan dit brandgevaar, materiële schade en ernstig of dodelijk persoonlijk letsel tot
gevolg hebben.

FUNCTIETEST

Nadat u zich vertrouwd hebt gemaakt met de voertuigbediening en u alle rijvoorschriften hebt gelezen en begrepen,
maakt u een proefrit met het voertuig.
Gebruik de volgende checklist in combinatie met de Veiligheidscontroles eerste ingebruikneming en dagelijkse
controles als richtlijn bij de inspectie van het voertuig en bij de dagelijkse controle of het voertuig zich in goede
staat bevindt. Eventuele problemen moeten worden verholpen door een dealer/distributeur van Club Car of een
geschoolde monteur.
Alle voertuigen
• Bediening vooruit/achteruit: Controleer of de hendel goed werkt. zie Voertuigbediening en controlelampjes
op pagina 24.
• Remmen:Controleer of de remmen goed werken. Wanneer het rempedaal met matige kracht volledig wordt
ingedrukt, mag het niet meer dan halfweg tot de vloer gaan. Het voertuig moet vlot en zonder slippen tot stilstand
komen. Indien het rempedaal dieper dan de helft kan worden ingedrukt, of indien het voertuig slipt of niet stopt,
moet u het remsysteem laten controleren en zo nodig bijstellen. Het remsysteem moet altijd zodanig zijn afgesteld
dat de rempedaal in geen geval tot op de vloer kan worden ingedrukt.
• Parkeerrem:Bij het activeren van de parkeerrem, moet de parkeerrem de wielen blokkeren en het voertuig tot
stilstand kunnen houden (op een helling met een hellingspercentage van 20% of minder). De parkeerrem moet
worden uitgeschakeld wanneer het gas- of rempedaal wordt ingedrukt.
• Achteruitrijzoemer: De achteruitrijzoemer hoort een hoorbare waarschuwing te geven wanneer de
vooruit-/achteruithendel of -schakelaar zich in de stand ACHTERUIT bevindt.
• Besturing: Het voertuig behoort gemakkelijk bestuurbaar te zijn, zonder speling op het stuur.
• Algemeen:Luister of u ongewone geluiden hoort, zoals piepende of ratelende geluiden. Controleer het rijgedrag en
de voertuigprestatie. Indien u iets ongewoons waarneemt, dient een distributeur/dealer van Club Car of geschoolde
monteur het voertuig na te kijken.
Elektrische voertuigen
• Gaspedaal: Als het contactslot in de stand AAN staat en de vooruit-/achteruithendel in de stand VOORUIT en
u het gaspedaal indrukt, moet de motor starten en het voertuig soepel tot de volle snelheid versnellen. Club
Car-voertuigen rijden trager bij het achteruitrijden. Bij het loslaten van het pedaal moet dit naar zijn oorspronkelijke
positie terugkeren en moet de motor stationair draaien of de motorrem worden ingeschakeld. Zie Motorremmen
met niet-ingedrukte pedaal hieronder.
• Weglooprem:Parkeer het voertuig op vlak terrein met het rempedaal uitgeschakeld, plaats de
slepen-/rijdenschakelaar in de stand RIJDEN en probeer het voertuig te duwen. De motorrem moet
worden ingeschakeld en weerstand tegen rollen bieden (niet meer bewegen dan 1,5 tot 4,8 km/uur) met
de vooruit-/achteruithendel in elke willekeurige stand. Wanneer de weglooprem is geactiveerd, moet de
achteruitrijzoemer een reeks duidelijke pieptonen laten horen. Zie de volgende WAARSCHUWING.
WAARSCHUWING
• Op zeer steile hellingen zal de weglooprem de snelheid van het voertuig niet tot 1,6 km/u beperken.
Gebruik het voertuig niet op hellingen van meer dan 20%.
34
Turf/Carryall-voertuig Handleiding voor de eigenaar

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave