4.
Verwijder de printkop door deze voorzichtig op te tillen en uit de printer te
trekken.
5.
Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de
printkop opnieuw.
6.
Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken.
Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingspal laat zakken voordat u de
printcartridges opnieuw plaatst. Als u de veiligheidspal omhoog laat, kan dit
ertoe leiden dat de printcartridges niet juist worden geplaatst, wat problemen
bij het afdrukken kan geven. De vergrendeling moet neerwaarts blijven voor
een correcte installatie van de printcartridges.
7.
Sluit de toegangsklep van de printcartridges en de bovenste klep.
Storingen verhelpen
Soms loopt het afdrukmateriaal tijdens een afdruktaak vast.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Papierstoringen verhelpen
•
Papierstoringen voorkomen
Papierstoringen verhelpen
Let op Om mogelijke schade aan de printkoppen te voorkomen moet u
papierstoringen zo snel mogelijk oplossen.
Storingen verhelpen
85