18 - CHECKLIST VOOR OPSTARTEN VAN APPARATEN (GEBRUIK VOOR
WERKINSTRUCTIES)
het apparaat mag niet worden gestart bij een spanningsonbalans die hoger is dan 2%. Neem contact op met uw
energiebedrijf.
De hoofdstroomspanning ligt binnen de opgegeven limieten
Controle watercircuit koeler
Inhoud watersysteem = .................................................................(liter)
Berekende inhoud = ......................................................................(liter)
Juiste circuitinhoud aanwezig
Juiste corrosieremmer toegevoegd .................................liter van .........................
Juist antivriesmiddel toegevoegd (indien nodig) .............liter van .........................
Leidingstelsel inclusief elektrische verwarmingselementen, indien deze door buitenlucht lopen
Intredeleidingen naar de koeler hebben een 20-gaasfilter met een maasgrootte van 1,2 mm (apparaat zonder pomp).
Controle drukverlies over de verdamper
Intrede verdamper = ..................... (kPa)
Uittrede verdamper = .................... (kPa)
(Uittrede - intrede) = ..................... (kPa)
bereken het drukverlies van de koeler in de prestatiegegevenstabel (in productgegevensmateriaal) om het
totaalaantal liters per seconde (l/s) te bepalen en het minimumdebiet van het apparaat vast te stellen.
Totaal l/s = ..........................................................
l/s / nominaal kW = .............................................
Totaalaantal l/s is groter dan het minimumdebiet van het apparaat
Totaal aantal l/s voldoet aan projectspecifiek vereiste van.................................................... (l/s)
Voer TEST-functie uit (geef positieve uitslag aan):
Controleer, zodra stroom wordt geleverd aan de unit, of er alarmmeldingen worden weergegeven, zoals
faseomkering. Volg de instructies voor de TEST-functie in de informatie over controles en probleemoplossing
(volg de procedure in de Controls IOM).
Zorg ervoor dat alle servicekleppen open zijn voordat u begint met de testsectie van de compressor.
Om de unit te starten
Controleer, voordat de unit wordt gestart, dat alle service-afsluiters zijn geopend en alle pompen zijn ingeschakeld.
Nadat alle controles zijn uitgevoerd, zet u de schakelaar op "LOKAAL" of "REMOTE" vanuit "UIT".
Apparaat start en werkt goed
Temperaturen en drukken
noteer, zodra het apparaat enige tijd in bedrijf is en de temperaturen en drukken zijn gestabiliseerd, de volgende
gegevens:
Verdamper waterintrede temperatuur .............................................. Buitenluchttemperatuur ...........................................................
Verdamper wateruittrede temperatuur ............................................. Condensor waterintrede temperatuur .....................................
Zuigdruk, circuit A ............................................................................ Zuigdruk, circuit B
Persdruk, circuit A ............................................................................ Persdruk, circuit B
Zuigtemperatuur, circuit A ................................................................ Zuigtemperatuur, circuit B
Persgastemperatuur, circuit A .......................................................... Persgastemperatuur, circuit B
Vloeistofleidingtemperatuur, circuit A ............................................... Vloeistofleidingtemperatuur, circuit B
Oliedruk van compressor A1
Oliedruk van compressor A2
(1) indien beschikbaar en geïnstalleerd
(2) indien geïnstalleerd
OPMERKINGEN:
............................................................................................................................................................................................................
............................................................................................................................................................................................................
DYNACIAT™ LG/LGN
........................................................ Oliedruk van compressor B1
(2)
........................................................ Oliedruk van compressor B2
(2)
Condensor wateruittrede temperatuur ....................................
...............................................................
(1)
...............................................................
(1)
NL-66
...................................................
(1)
..............................................
(1)
...................................
(1)
...............................................
(2)
...............................................
(2)