Groep 40: PID-regeling
De ACS 160 kan met de macro PID-regeling het referentiesignaal (ingestelde waarde) en werkelijke
waardesignaal (terugkoppeling) met elkaar vergelijken en automatisch het toerental naar het
referentiesignaal aanpassen.
Er zijn twee PID-parametersets (groep 40 voor set 1 parameters en groep 41 voor set 2 parameters).
Normaal worden uitsluitend de parameters van set 1 gebruikt. De parameters van set 2kunnen in
gebruik worden genomen door parameter 4016
gekozen, bijvoorbeeld via een digitale ingang.
De PID-slaapfunctie kan worden gebruikt om regulering te stoppen als de uitgang van de PID-
regeling onder een vooraf ingestelde limiet valt. Regulering wordt hervat zodra de werkelijke waarde
van het proces beneden de vooraf ingestelde limiet valt. De slaapfunctie kan ook worden geactiveerd
en gedeactiveerd via een digitale ingang.
Figuur 31 (Bijlage A) toont de verbindingen van interne signalen als de macro PID-regeling is
geselecteerd.
Code Beschrijving
4001 PID VERSTERKING
Deze parameter legt de versterking van de PID-regeling vast. Het ingestelde bereik is 0,1... 100.
Als u 1 selecteert, dan veroorzaakt een wijziging van de fout-waarde van 10 % een wijziging van 10 % van
de uitgang van de PID-regeling.
4002 PID INTEGR TIJD
Integratietijd van de PID-regeling. Wordt gedefinieerd als de tijd waarin de maximumuitgang wordt bereikt
als een constante foutwaarde optreedt en de versterking 1 bedraagt. Een integratietijd van 1 s wijst erop
dat een wijziging van 100% in 1 s wordt bereikt.
88
Versterking
Versterking
PID-integratietijd
. Er kan tussen parametersets worden
PID PARAM SET
t
ACS 160 Handleiding