Code Beschrijving
4013 PID SLAAPVERTRAGING
Tijdsvertraging voor de slaapfunctie, zie Figuur 23. Als de uitgangsfrequentie van de ACS 160 langer dan
PID SLAAPVERTR BENEDEN
Waarschuwing 28 wordt weergegeven als de slaapfunctie van PID actief is.
4014 PID SLAAPNIVEAU
Het niveau voor het activeren van de slaapfunctie, zie Figuur 23. Als de uitgangsfrequentie van de ACS 160
onder het slaapniveau komt, dan wordt de vertragingsteller gestart. Als de uitgangsfrequentie van de
ACS 160 boven het slaapniveau komt, wordt de vertragingsteller gereset.
4015 WEKNIVEAU
Het niveau voor het inactiveren van de slaapstand. Deze parameter stelt een grens voor de werkelijke
proceswaarde voor de slaapstand (zie Figuur 23). De limiet zweeft mee met de procesreferentie.
Niet-geïnverteerde foutwaarde (parameter 4005 = 0)
Het toegepaste wekniveau wordt bepaald door de volgende formule:
Limiet = parameter 1107 +
parameter 4015 * (referentiepunt - parameter 1107) /
(parameter 1108 - parameter 1107)
Als de werkelijke waarde gelijk is aan of onder deze limiet komt, wordt de slaapstand geïnactiveerd. Zie
Figuur 24 en Figuur 26.
Geïnverteerde foutwaarde (parameter 4005 = 1)
Het toegepaste wekniveau wordt bepaald door de volgende formule:
Limiet = parameter 1108 +
parameter 4015 * (parameter 1108 - referentiepunt) /
(parameter 1108 - parameter 1107)
Als de werkelijke waarde gelijk is aan of boven deze limiet komt, wordt de slaapstand geïnactiveerd. Zie
Figuur 25 en Figuur 27.
4016 PID PARAM SET
Selectie van PID-parameterset. Bij selectie van set 1 worden parameters 4001-4012 en 4019-4020
gebruikt. Bij selectie van set 2 worden parameters parameters 4101-4112 en 4119-4120 gebruikt.
1...5 = DI1...DI5
De PID- parameterset wordt geselecteerd via een digitale ingang (DI1...DI5). Parameterset 1 wordt gebruikt
als de digitale ingang niet actief is. Parameterset 2 wordt gebruikt als de digitale ingang actief is.
6 =
1
SET
PID-parameterset 1 is actief.
7 =
2
SET
PID-parameterset 2 is actief.
4017 OPSTART VERTR
Vertraging in de deactivatie van de PID-slaapfunctie. Zie parameter 4015
4018 SLAAP KEUZE
Regeling van de PID-slaapfunctie.
0 =
INTERN
Als
is geselecteerd, dan wordt de slaaptoestand geregeld door de uitgangsfrequentie, de
INTERN
referentiewaarde en werkelijke waarde van het proces. Zie parameters 4015
.
SLAAPNIVO
1...5 = DI1...DI5
De slaaptoestand wordt geactiveerd en gedeactiveerd door een digitale ingang.
ACS 160 Handleiding
parameter 4014
SLAAPNIVO
blijft, dan wordt de ACS 160 stilgezet.
PID WEKNIVO
en Figuur 23.
en 4014
PID WEKNIVO
PID
91