3. Eerste keer opstarten
De motor is nu gereed voor gebruik.
Druk op de START/STOP-toets om de motor te starten.
Om onder lokale besturing de uitgangsfrequentie in te stellen drukt u op
ENTER. Door de UP/DOWN-toetsen in te drukken verandert de referentie
onmiddellijk. Druk op ENTER om terug te keren naar het scherm
OUTPUT.
De omvormer wordt gestopt door op de START/STOP-toets te drukken.
4. Controleren van de draairichting
Controleer of de motor de juiste draairichting heeft.
Om de draairichting van de motor te wijzigen onderbreekt u de voeding
naar de ACS 160 en wacht u 5 minuten totdat de tussencondensatoren
van het circuit zijn ontladen. Controleer of de voeding uitstaat.
Verwissel twee willekeurige fasen van de motorkabel bij de
motorklemmen of in de klemmenkast van de motor.
Sluit de hoofdvoeding aan en start de omvormer.
Wijzig de draairichting door de toets ACHTERUIT in te drukken
(parameter 1003 moet worden ingesteld op
5. Aansluiten van de I/O besturingssignalen
Onderbreek de voeding naar de ACS 160 en wacht 5 minuten totdat de
tussencondensatoren van het circuit zijn ontladen.
Opmerking! De omvormer wordt geleverd met instelling op macro Fabriek 0.
Voor de volgende instructies moet macro Fabriek 0 worden gekozen; zie voor de overige macro's
Applicatiemacro's.
Voor een analoge toerentalreferentie sluit u een potentiometer (2-10 k
De standaardinstelling voor AI1 is spanning.
De standaard ingestelde waarden voor de motor zijn: 400 V, 50 Hz en 1440 rpm voor omvormers
van het type ACS 163-xKx-3-A, -B, -D, -E; 460 V, 60 Hz en 1750 rpm voor omvormers van het type
ACS 163-xKx-3-R, -S, -U, -V.
ACS 160 Handleiding
).
VERZOEK
voor-
waarts
achter-
waarts
Ω)
aan op klemmen 1-4.
25