11 = DI3U,4D(R,NC); 12 = DI3U,4D(NC); 13 = DI4U,5D(NC)
De keuzen 11,12 and 13 zijn hetzelfde als, respectievelijk, 5, 6, 7, behalve dat de referentiewaarde niet
wordt gekopieerd bij:
• overschakeling van EXT1 naar EXT 2, of
• overschakeling van EXT2 naar EXT1, of
• overschakeling van plaatselijk naar extern.
1104
EXT REF1 MIN
Stelt de minimumfrequentie voor de externe referentie 1 in Hz in. Als het analoge ingangssignaal de
minimumwaarde bereikt heeft, is de externe referentie 1 gelijk
1105
EXT REF1 MAX
Stelt de maximumfrequentie voor de externe referentie 1 in Hz in. Als het analoge ingangssignaal de
maximumwaarde bereikt heeft, is de externe referentie 1 gelijk
1106
EXT REF2 KEUZE
Deze parameter selecteert de signaalbron voor externe referentie 2. De keuzemogelijkheden zijn dezelfde
als bij externe referentie 1, zie 1103
1107
EXT REF2 MIN
Stelt de minimumreferentie in % in. Als het signaal van de analoge ingang de minimale waarde bereikt
heeft, is de externe referentie 2 gelijk aan
• Als de macro 'PID-regeling' of 'PFC-regeling' wordt geselecteerd, stelt deze parameter de
minimumprocesreferentie in.
• Als een andere macro dan PID-regeling wordt geselecteerd, stelt deze parameter de
minimumfrequentiereferentie in. Deze waarde wordt weergegeven als een percentage van de
maximumfrequentie.
1108
EXT REF2 MAX
Stelt de maximumreferentie in % in. Als het signaal van de analoge ingang de maximale waarde bereikt
heeft, is de externe referentie 2 gelijk aan
• Als de macro 'PID-regeling' of 'PFC-regeling' wordt geselecteerd, stelt deze parameter de
maximumprocesreferentie in.
• Als een andere macro dan PID-regeling wordt geselecteerd, stelt deze parameter de
maximumfrequentiereferentie in. Deze waarde wordt weergegeven als een percentage van de
maximumfrequentie.
1115
REF STEP SEL
Selecteren van correctie van de frequentiereferentie.
0 =
NEE
Referentiecorrectie is niet actief.
1 =
3
4
DI
U
D
De frequentiereferentie wordt naar boven gecorrigeerd als digitale ingang DI3 is geactiveerd, en naar
beneden gecorrigeerd als digitale ingang DI4 is geactiveerd.
2 =
4
5
DI
U
D
Als bij 1, behalve dat digitale ingangen DI4 en DI5 worden gebruikt.
1117
REF STEP MODE
0 =
FREQ STEP
Er wordt een vaste frequentiestap bij de basisfrequentiereferentie opgeteld of ervan afgetrokken.
Frequentiestappen in Hz worden bepaald met parameter 1118
1 =
PERCENTAGE STEP
In dit geval wordt de frequentiestap gegeven als percentage van de basisfrequentiereferentie. Parameter
1118
REF STEP UP
1118
REF STEP UP
Frequentiereferentiestap omhoog. Uitgedrukt als Hz of percentage afhankelijk van de waarde van
parameter 1117
1119
REF STEP DOWN
Frequentiereferentiestap omlaag. Uitgedrukt als Hz of percentage afhankelijk van de waarde van
parameter 1117
1120
STEP DLY ON
Inschakeling van een vertraging voor de referentiestap.
62
EXT REF 1 KEUZE
en 1119
REF STEP DOWN
.
REF STEP MODE
.
REF STEP MODE
EXT REF
EXT REF
2
. Zie Figuur 6.
EXT REF
MIN
2
. Zie Figuur 6.
EXT REF
MAX
REF STEP UP
zijn gedefinieerd als percentagewaarden.
1
. Zie Figuur 6.
MIN
1
. Zie Figuur 6.
MAX
en 1119
REF STEP DOWN
ACS 160 Handleiding
.