Code Beschrijving
8221 D VENSTER LAAG
8222 D VENSTER HOOG
Vensterlimiet van de eindpositie; zie het voorbeeld op pagina 101.
Werking: als de werkelijke waarde van de positie binnen het doelgebied ligt (ref eindpositie+- doelvenster),
wordt de relaisuitgang bekrachtigd als de parameter 1401
waarde 34 (
EINDPOS
wordt gegeven.
8223 MAX EINDPOS LG
8224 MAX EINDPOS HG
Maximale eindpositielimiet; zie het voorbeeld op pagina 101.
Werking: wanneer de absolute waarde deze limiet overschrijdt, wordt de uitgangsfrequentie naar 0 Hz
geforceerd. Er wordt geen waarschuwings- of foutmelding weergegeven.
8225 THUISPOS LAAG
8226 THUISPOS HOOG
Homepositie; zie het voorbeeld op pagina 101.
De positieteller wordt op deze waarde ingesteld in situaties bepaald door de parameters 8216
en 8215
MODUS
8227 WERK POS LAAG
8228 WERK POS HOOG
Werkelijke positiewaarde, zie het voorbeeld op pagina 101. Geeft de werkelijke positie weer (read-only).
8229 DELTA AFSTAND
Omslagparameter. Wordt gebruikt tezamen met de parameters 8218
1. Als het verschil in positie tussen twee opeenvolgende momenten van 4 ms kleiner is dan deze
VERSTRK
parameterwaarde, neemt de positioneringssnelheid toe met de waarde van parameter 8820
1. Als het verschil groter is, neemt de positioneringssnelheid af.
Het doel van de parameters 8220
positioneringssnelheid in de buurt van de eindpositie afhankelijk te maken van de lading en om te
waarborgen dat de eindpositie wordt bereikt.
106
) heeft. Het relais wordt verbroken als het volgende startcommando voor positionering
.
POS MODUS
SNELH VERSTRK
RELAISUITGANG
HELLING VERSTRK
1 en 8229
DELTA AFSTAND
1 of 1402
RELAISUITGANG
HOMING
1 and 8220
SNELH VERSTRK
is om de werkelijke
ACS 160 Handleiding
2 de
SNELH