1103
EXT REF1 KEUZE
Deze parameter selecteert de signaalbron van externe referentie 1.
0 =
PANEEL
Referentie wordt ingevoerd via het bedieningspaneel.
1 = AI1
Referentie wordt ingevoerd via analoge ingang 1.
2 = AI2
Referentie wordt ingevoerd via analoge ingang 2.
3 = AI1/
; 4 = AI2/
JOYST
Referentie wordt ingevoerd via de analoge ingang 1 (respectievelijk 2) die voor een joystick geconfigureerd
is. Het minimumingangssignaal laat de aandrijving op maximumreferentie achteruit draaien. Het
maximumingangssignaal laat de aandrijving op maximumreferentie vooruit draaien (zie Figuur 5). Zie ook
parameter 1003
Let op:
De minimumreferentie voor de joystick hoort 0,3V (0,6mA) of hoger te zijn. Als gebruik wordt
gemaakt van een 0...10V signaal, zal de ACS 160 bij de maximumreferentie in omgekeerde richting
draaien wanneer het stuursignaal uitvalt. Stel parameter 3022 AI1 FOUTLIMIET op een waarde die
minimaal 3% hoger is, en parameter 3023 AI2 FOUTLIMIET op 1 (FOUT). De ACS 160 komt dan tot
stilstand als het stuursignaal uitvalt.
1
EXT REF
MAX
1
EXT REF
MIN
-
1
EXT REF
MIN
-
1
EXT REF
MAX
2 V / 4 mA
0 V / 0 mA
Figuur 5
Joystickbesturing. De maximale waarde voor externe referentie 1 wordt met behulp
van parameter 1105 ingesteld en de minimale waarde met behulp van parameter 1104.
5 = DI3U,4D(R)
Toerentalreferentie wordt gegeven via digitale ingangen als besturing van de motorpotentiometer. Digitale
ingang DI3 verhoogt het toerental (de U staat voor 'Up' [omhoog] , en digitale ingang DI4 verlaagt het
toerental (de D staat voor 'down' [omlaag]). (R) duidt aan dat de referentie op 0 gereset wordt als een stop-
commando wordt gegeven. De veranderingssnelheid van het referentiesignaal wordt geregeld door
parameter 2204
6 = DI3U,4D
Zoals hierboven wordt beschreven, behalve dat het referentiële toerental niet op 0 wordt gereset na een
stopcommando. Als de ACS 160 gestart wordt, wordt het toerental volgens de geselecteerde versnelling
verhoogd totdat de opgeslagen referentiewaarde bereikt is.
7 = DI4U,5D
Zoals hierboven wordt beschreven, behalve dat de gebruikte digitale ingangen ditmaal DI4 en DI5 zijn.
8 = COMM.De referentie wordt ingevoerd via seriële communicatie.
9 = COMM. + AI1
10 = COMM. * AI1
De referentie wordt ingevoerd via seriële communicatie. Het signaal van de analoge ingang 1 wordt
gecombineerd met de veldbusreferentie (som of vermenigvuldiging).
ACS 160 Handleiding
JOYST
.
DRAAIRICHTING
2.
ACCELER TIJD
10 V / 20 mA Hysteresis 4 % van het volledige
1
EXT REF
MIN
-2 %
bereik
-
1
EXT REF
MIN
+2 %
61