Om compatibiliteit te waarborgen dient u de instructies in deze handleiding op te volgen
evenals de instructies die zijn meegeleverd met de verschillende toebehoren.
Kabels - Instructies
U dient de individuele, onafgeschermde, kabeladers tussen de kabelafschermingsklem en de
aansluitklemmen zo kort mogelijk te houden. Houd de besturingskabels zo ver mogelijk uit de buurt
van vermogenskabels.
Voedingskabel
Voor de voedingskabel bevelen wij het gebruik aan van een vier-aderige kabel (drie-fasen met
veiligheidsaarde). Een afgeschermde voedingskabel is niet noodzakelijk. De dimensionering van
de kabels en zekeringen moet zijn afgestemd op de ingangsstroom. Bij de keuze van de kabels en
zekeringen moeten altijd de plaatselijke wettelijke voorschriften in acht worden genomen.
Motorkabel (wandmontage)
Voor de motorkabel dient een symmetrische drie-aderige kabel met een concentrische PE-ader of
een vier-aderige kabel met een concentrische afscherming te worden gebruikt. Een symmetrisch
gebouwde PE-geleider wordt echter altijd aanbevolen. De minimumvereisten waaraan de
afscherming van de motorkabel moet voldoen, zijn aangegeven in Figuur 32.
Koperdraadmantel
Binnenisolatie
Spiraal van kopertape
Isolatiemantel
Kabelkern
Figuur 32 Minimale vereisten voor afscherming van de motorkabel (bijvoorbeeld MCMK, NK
Cables).
120
ACS 160 Handleiding