14.4
VEILIGHEID
Installatie, inbedrijfstelling en onderhoud van apparatuur kan gevaarlijk wanneer bepaalde factoren van de installatie niet i n beschouwing genomen
worden: werkdruk, de aanwezigheid van elektrische componenten en spanningen en de plaats van installatie (verhoogde plinten e n opgebouwde
structuren). Alleen goed geschoolde installateurs en zeer geschoolde installateurs en technici, met een volledige opleiding voor het product, zijn
bevoegd voor het op een veilige manier installeren en opstarten van de apparatuur.
Tijdens alle onderhoudswerkzaamheden, moeten alle instructies en aanbevelingen die weergegeven worden in de installatie en service-instructies
voor het product, evenals op tags en labels die bevestigd zijn op de apparatuur en componenten en bijbehorende onderdelen die apart geleverd
worden, gelezen, begrepen en opgevolgd worden.
Alle standaard veiligheidsvoorschriften en -praktijken opvolgen. Draag een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.
Gebruik de juiste gereedschappen om zware voorwerpen te verplaatsen. Verplaats de units voorzichtig en zet ze voorzichtig op de grond.
14.4.1
Vermijd elektrocutie
Alleen personeel dat gekwalificeerd is in overeenstemming met de aanbevelingen van de IEC (International Electrotechnical Commission) mag
toegang verkrijgen tot de elektrische onderdelen. Het is met name aan te bevelen om alle op het systeem aangesloten elektrici teitsbronnen uit te
schakelen voordat er werkzaamheden worden uitgevoerd. Schakel de netspanning op de hoofdschakelaar of isolator uit.
BELANGRIJK: Deze apparatuur maakt gebruik van elektromagnetische signalen en zendt deze uit. Tests hebben aangetoond dat de apparatuur
voldoet aan alle van toepassing zijnde voorschriften met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit.
RISICO VAN ELEKTROCUTIE: Zelfs wanneer de hoofdschakelaar of isolator uitgeschakeld is, kunnen bepaalde circuits nog
onder stroom staan, omdat ze aangesloten kunnen zijn op een afzonderlijke stroombron.
RISICO VAN BRANDWONDEN: Elektrische stroom zorgt ervoor dat bepaalde componenten tijdelijk of blijvend heet worden.
Hanteer de voedingskabel, elektrische kabels en leidingen, aansluitkast en motorframes zeer voorzichtig.
Koppel de schakelkast altijd los van de elektriciteitsvoorziening voordat er onderhoud of aanpassingen worden uitgevoerd. De schakelkast wordt
geacht uitgeschakeld te zijn als ten minste aan één van de onderstaande omstandigheden wordt voldaan:
Alle zekeringen die seriegeschakeld zijn met de elektriciteitsvoorziening zijn verwijderd
De hoofdschakelaar is op alle polen losgekoppeld
Er wordt geen stroom aan de schakelkast geleverd.
EN
De elektriciteitsvoorziening naar het circuit van de magneetklep is losgekoppeld
EN
De condensatoren DC-Link zijn ontladen
RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Wacht, alvorens de behuizing te openen, ten minste 20 minuten na de
loskoppeling van de elektriciteitsvoorziening, zoals aangegeven op het plaatje op de behuizing van de omvormer. Dit
om er zeker van te zijn dat alle spanningsvoerende delen zijn ontladen.
OPMERKING: over de DC-Link kan er na 20 minuten nog een restspanning (< 60 V) aanwezig zijn.
Raak de omvormer nooit aan tijdens de verwijdering van de behuizing. Controleer altijd of de condensatoren DC-Link
zijn ontladen naar een spanning lager dan 60 V alvorens handelingen op de omvormer te verrichten!
Toegang tot het apparaat zonder behuizing is pas toegestaan na 20 minuten na de loskoppeling van de elektriciteitsvoorziening. Deze tijd is nodig
voor het ontladen van de condensatoren DC-Link naar een veilig spanningsniveau.
RISICO OP VLAMBOOG: In de condensatorbank kan een aanzienlijke hoeveelheid energie zijn opgeslagen, ook als de
spanning ervan lager is dan 60 V. Vermijd de DC-Link kort te sluiten, tenzij de condensatorbank volledig is ontladen. Voordat
er mechanische handelingen op de omvormer worden uitgevoerd, moet de DC-Link volledig worden ontladen door middel
van een geschikt extern apparaat of moet er voldoende tijd zijn verstreken voor een volledige ontlading van de DC -Link (<
5 V).
D-EIMWC003H02-18_04NL - 50/73
Afb. 14 - Plaatje: Risico op elektrische schokken