Buismaat
inch
(OPGELET!)
mm
Min.
Debiet
gpm
regl.
Lpm
Geen
gpm
debiet
Lpm
Max.
Debiet
gpm
regl.
Lpm
Geen
gpm
debiet
Lpm
OPMERKINGEN:
1. Een gesegmenteerde 3 inch schoep (1, 2 en 3 inch) is al geïnstalleerd, en een 6 inch schoep wordt los meegeleverd (1 inch = 2,54 cm).
2. Debietwaarden voor een 2 inch schoep aangepast om in de leiding te passen.
3. Debietwaarden voor een 3 inch schoep aangepast om in de leiding te passen.
4. Debietwaarden voor een 3 inch schoep.
5. Debietwaarden voor een 6 inch schoep.
6. Er zijn geen gegevens voor buismaten boven de 8 inch. Een minimale instelling van de schakelaar moet bescherming bieden tegen het ontbreken
van debiet en moet goed sluiten voordat het ontwerpdebiet wordt bereikt.
Anders kan er, voor een hogere mate van bescherming, een n.o.-hulpcontact in de starters van de pomp in serie met de debietregelaars bedraad
worden.
Vorstgevaar: Noch de verdamper, noch de condensor zijn zelflozend; beide moeten worden uitgeblazen om schade door
vorst te voorkomen.
Op de leidingen moeten ook thermometers zijn geïnstalleerd aan de in- en uitlaataansluitingen en ontluchtingskleppen op de hoge punten.
De waterafsluiters kunnen onderling worden verwisseld (eind voor eind) zodat de wateraansluitingen aan beide uiteinden van de unit mogelijk zijn.
Als u dit doet, moet u nieuwe koppakkingen gebruiken en de bedieningssensoren verplaatsen.
Op plaatsen waar het geluid van de waterpomp voor problemen kan zorgen, worden trillingsisolerende delen aanbevolen op de in- en uitlaat van de
pomp. In de meeste gevallen is het niet noodzakelijk om trillingsdempende delen op de inlaat van de condensor en de wateruitlaatleidingen te
voorzien. Ze kunnen echter vereist zijn in geval lawaai en trillingen kritieke factoren zijn.
4.6.6
Koeltorens
Het waterdebiet in de condensor moet worden gecontroleerd om te zien of voldoet aan het systeemontwerp. Als de torenventilatorregeling niet
voldoet, wordt een torenbypassklep aanbevolen. Tenzij het systeem en de koelerunit specifiek ontworpen zijn voor condensorbyp ass, is een variabele
condensorstroming niet aanbevolen aangezien lage debietwaarden in de condensor onstabiele werking en een hoge mate van pijpvervuiling kunnen
veroorzaken. Het water in de toren moet behandeld worden voor een permanente efficiënte en betrouwbare werking van de unit. I ndien niet mogelijk
inhouse, moet u met externe competente waterbehandelingsspecialisten werken.
4.7
Waterbehandeling
DAE Eisen waterkwaliteit
Ph (25 °C)
Elektrische geleidbaarheid [μS/cm] (25°C)
Chloride-ion [mg Cl- / l]
Sulfaat-ion [mg SO42- / l]
Alkaliteit [mg CaCO3 / l]
Totale hardheid [mg CaCO3 / l]
IJzer [mg Fe / l]
Ammonium-ion [mg NH4+ / l]
Silica [mg SiO2 / l]
Elementair chloor (mg Cl
D-EIMWC003H02-18_04NL - 22/73
Tabel 1 - Debietwaarden debietregelaar
1 1/4
1 1/2
2
32 (2)
38 (2)
51
5,8
7,5
13,7
1,3
1,7
3,1
3,7
5,0
9,5
0,8
1,1
2,2
13,3
19,2
29,0
3,0
4,4
6,6
12,5
18,0
27,0
2,8
4,1
6,1
Tabel 2 - Limieten aanvaardbaarheid waterkwaliteit
/l)
2
2 1/2
3
4
63 (3)
76
102 (4)
18,0
27,5
65,0
4,1
6,2
14,8
12,5
19,0
50,0
2,8
4,3
11,4
34,5
53,0
128,0
7,8
12,0
29,1
32,0
50,0
122,0
7,3
11,4
27,7
Pijpenbundel, nat
6,8 ÷ 8,4
< 800
< 150
< 100
< 100
< 200
< 1
< 1
< 50
< 5
5
6
8
127 (4)
153 (4)
204 (5)
125,0
190,0
205,0
28,4
43,2
46,6
101,0
158,0
170,0
22,9
35,9
38,6
245,0
375,0
415,0
55,6
85,2
94,3
235,0
360,0
400,0
53,4
81,8
90,8
BPHE
7,5 – 9,0
< 500
< 300
< 100
< 200
75 ÷ 150
< 0,2
< 0,5
NEE
< 0,5