7
WERKING
7.1
Verantwoordelijkheid van de operator
Het is van essentieel belang dat de operator vertrouwd raakt met de apparatuur vooraleer de machine in gebruik te nemen. Naast deze handleiding
lezen, moet de operator de bij de unit geleverde gebruiksaanwijzing en het bedradingsdiagram bestuderen om inzicht te krijgen in het in gebruik
nemen, bediening en uitschakelsequentie en ook de uitschakelmodus en de veiligheidsvoorzieningen.
Tijdens de eerste inwerkingstelling van de machine is de technicus van Daiking beschikbaar om eventuele vragen te beantwoorden en om
aanwijzingen te geven inzake de correcte operationele procedures.
De operator moet een datalog bijhouden voor elke specifieke machine. Tevens moet een aanvullende onderhoudslog worden bijgeho uden voor
periodiek onderhoud en reparaties.
Deze unit van Daikin staat voor een substantiële investering en heeft aandacht en zorg nodig om deze apparatuur in een goede werkende conditie
te houden. Wanneer de operator abnormale of ongebruikelijke bedrijfscondities w aarneemt, wordt hij aangeraden contact op te nemen met de
technische dienst van Daikin op te nemen.
Het is belangrijk de onderstaande aanwijzingen te volgen tijdens gebruik en het plegen van onderhoud:
•
Sta niet toe dat onbevoegd en/of ongekwalificeerd personeel toegang verkrijgt tot de unit.
•
Het is verboden ingrepen op de elektrische componenten uit te voeren zonder eerst de hoofdschakelaar van het systeem op uit t e zetten
en de elektrische voeding te hebben losgekoppeld.
•
Het is verboden ingrepen op de elektrische componenten uit te voeren zonder een isolerend platform te gebruiken. Kom niet aan de
elektrische componenten wanneer water en/of vocht aanwezig zijn.
•
Zorg ervoor dat alle werkzaamheden op het koelcircuit en op de onder druk staande onderdelen uitsluitend worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel.
•
Compressoren mogen allen vervangen worden door gekwalificeerd personeel.
•
Scherpe randen kunnen letsel veroorzaken. Voorkom direct contact.
•
Breng geen vaste voorwerpen in de waterleidingen terwijl het systeem op het waternet is aangesloten.
•
Op de waterleiding aangesloten op de inlaat van de warmtewisselaar moet een mechanisch filter gemonteerd worden.
•
Het is strikt verboden om eventuele afschermingssystemen van de bewegende delen te verwijderen.
In geval van een plotselinge stop van de unit moeten de aanwijzingen van de handleiding van het bedieningspaneel worden gevolgd; de ze handleiding
is onderdeel van de documentatie die aan de eindgebruiker wordt verstrekt.
Wij raden sterk aan om de werkzaamheden voor installatie en onderhoud samen met anderen uit te voeren.
7.2
Standbyspanning
Elke centrifugaalkoeler die aangesloten is op een standbyspanning moet altijd volledig tot stilstand komen op het gewone elektriciteitsnet en dan met
de standbyspanning worden herstart. Wanneer u met een draaiende compressor probeert over te schakelen van het gewone elektriciteitsnet op
hulpspanning, kan dit resulteren in extreme stootspanningen en kan de compressor ernstige schade oplopen.
7.3
Smeersysteem
Het smeersysteem smeert de compressorlagers en interne delen en voert de warmte ervan af. Bovendien levert het systeem smeerolie onder druk
voor de hydraulische bediening van de ontlastzuiger die de inlaatschoepen voor de capaciteitsregeling laat bewegen. DWDC, koelmachines met
dubbele compressor, hebben volledig onafhankelijke smeersystemen voor elke compressor.
Voor de goede werking van het hydraulische systeem en het smeersysteem van de lagers mag alleen het aanbevolen smeermiddel worden gebruikt,
zoals aangegeven in Tabel 9. Elke unit is in de fabriek gevuld met de juiste hoeveelheid van de voorgeschreven smeerolie. Bij normaal gebruik is
geen extra smeerolie vereist. De smeerolie moet altijd zichtbaar zijn in het kijkglas van het oliecarter.
Bij de compressormaten CE079 t/m CE126 zit een afzonderlijke smeerpomp in het carter. Het carter omvat de pomp, de motor, ver warming en
smeerolie-/dampafscheider. De smeerolie wordt door de externe oliekoeler gepompt en dan naar het oliefilter in de compressorbehuizing.
DWSC_DWDC 079-126 units gebruiken een watergekoelde oliekoeler voor de compressor.
De oliekoelers houden de olie op de juiste temperatuur bij normale bedrijfsomstandigheden. De regelklep van de stroom koelmiddel handhaaft een
temperatuur van 35°C tot 41°C (95°F tot 105°F). Op de modellen CE079 t/m 100 wordt beschermende smering voor uitloop in geval van stroomuitval
geboden door een veerbelaste zuiger. Wanneer de oliepomp wordt gestart, wordt de zuiger door de oliedruk tegen de veer gedrukt waardoor de veer
wordt samengedrukt en de zuigerholte wordt gevuld met olie. Wanneer de pomp stopt, duwt de veerdruk op de zuiger de olie naar de lagers.
In model CE126, wordt de uitloopsmering van de compressor geleverd vanuit een zwaartekrachttoevoeroliereservoir.
OPMERKINGEN:
1.
Twee verschillende soorten goedgekeurde olie mogen worden gemengd, zelfs wanneer ze een verschillende viscositeitsgraad hebben.
Tabel 9 - Goedgekeurde polyolesteroliën voor R134a-units
Compressormodellen
Benaming smeerolie
Daikin-onderdeelnummer
Vat 55 gallons (19 liter)
Vat 5 gallons (19 liter)
Blik 1 gallon (3,8 liter)
Compressorolie Label
CE079 - 126
Mobil Artic EAL 46;
ICI Emkarate RL32H(2)
735030432, Rev 47
735030433, Rev 47
735030435, Rev 47
070200106, Rev OB
D–EIMWC00803-21_04NL - 35/73