Periodiek onderhoud en afstelling
Voor modellen met ABS
3
2
1
1. Zekeringenkastje
2. Hoofdzekering
3. Kap van startmotorrelais
6
4. Zekering ABS-motor
5. Reservezekering ABS-pompmotor
Voor modellen met ABS
4
9
8
7
5
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Zekering signaleringssysteem
4. Zekering parkeerlichten
5. Backup-zekering (voor klok en
startblokkeersysteem)
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering brandstofinjectiesysteem
9. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar "OFF" en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
1
2
7
3
4
5
6
3. Draai de contactsleutel naar "ON" en
6-28
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
40.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering ABS-motor:
Voor modellen met ABS 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
Voor modellen met ABS 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
Voor modellen met ABS 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.