deze gebruikers mogen het apparaat alleen onder de
volgende voorwaarden gebruiken:
•
de gebruikers staan onder toezicht.
•
de gebruikers zijn geïnstrueerd over het veilige gebruik.
•
de gebruikers begrijpen de gevaren bij het hanteren van
het apparaat.
•
kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
kinderen en huisdieren moeten te allen tijde onder toezicht
staan en uit de buurt van het apparaat worden gehouden.
5 Wij raden aan om een voorziening aan te brengen om
deze groep te beschermen (bv. tegen hete onderdelen van
het apparaat).
1.3
Gedrag in een noodsituatie
4 breng uzelf nooit in gevaar.
als dit zonder gevaar voor uzelf mogelijk is:
4 Waarschuw andere mensen.
4 roep andere mensen op om het gebouw te verlaten.
4 stel het apparaat buiten bedrijf.
1.4
Schoorsteenbrand
de schoorsteen dient regelmatig te worden gereinigd
(in duitsland bijvoorbeeld door regionale schoorsteen-
veegbedrijven) om roetvorming op de schoorsteenwanden te
voorkomen.
bij de verbranding van hout vrijkomende vonken kunnen de
roetlaag in de schoorsteen doen ontbranden.
signalen van een brandende schoorsteen:
•
uitslaande vlammen uit de schoorsteenopening;
•
krachtige vonkenregen;
•
rook- en geuroverlast;
•
schoorsteenwanden worden zeer heet.
in het geval van een schoorsteenbrand:
4 alarmeer de brandweer via 112.
4 Verwijder al het brandbare in de nabije omgeving van de
schoorsteen.
opgelet: blus nooit met water!
Vanwege de hoge temperaturen kan door zelfs een kleine
hoeveelheid water al extreem veel waterdamp ontstaan. de
druk die daarbij vrijkomt is gevaarlijk voor mensen en kan tot
schade aan het gebouw of de oveninstallatie leiden.
1.5
Algemene veiligheidsaanwijzingen
. WAARSCHUWING!
Gevaar door niet-naleving van de gebruiks- en
montagehandleiding!
deze handleiding bevat belangrijke informatie voor een veilig
gebruik van het apparaat. er wordt in het bijzonder gewezen
op mogelijke gevaren. niet-naleving kan leiden tot ernstig of
dodelijk letsel.
4 lees deze handleiding zorgvuldig door.
4 Volg de veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding op.
4 bewaar de handleiding op een toegankelijke plaats.
in de volgende gevallen is het gebruik van het apparaat verboden:
•
bij ontbrekende goedkeuring door de verantwoordelijke
instantie.
•
in geval van schade aan het apparaat of aan afzonderlijke
componenten.
•
in geval van eigenmachtige verbouwingen of veranderingen
aan het apparaat.
•
na onjuiste reparaties.
•
in geval van ontbrekende of niet-functionerende
veiligheidsvoorzieningen.
•
in garages, trappenhuizen of algemeen toegankelijke gangen.
•
in explosieve zones.
in de volgende gevallen aanvaardt de fabrikant geen
aansprakelijkheid voor schade:
•
in geval van niet-naleving van deze handleiding.
•
in geval van oneigenlijk gebruik.
•
in geval van onjuiste behandeling.
•
bij gebruik door onbevoegde doelgroepen.
•
in geval van montage en reparatie door onbevoegd
vakpersoneel.
•
in geval van eigenmachtige verbouwingen.
•
bij gebruik van onderdelen die niet door de fabrikant zijn
vervaardigd of geautoriseerd.
•
in geval van omzeilen van de veiligheidsvoorzieningen van
het apparaat.
•
in geval van niet-naleving van de onderhouds- en
reinigingsintervallen.
afhankelijk van de werkzaamheden moeten verdere
veiligheidsaanwijzingen in acht worden genomen.
de veiligheidsaanwijzingen staan in het desbetreffende
hoofdstuk van deze handleiding.
6 "4.1 Veiligheidsaanwijzingen voor de montage" (pagina 20).
6 "5.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik" (pagina 36).
6 "6.1 Veiligheidsaanwijzingen voor de reiniging" (pagina 43).
6 "7.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het onderhoud"
(pagina 46).
6 "8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor de demontage"
(pagina 52).
Montage- en gebruikshandleiding | Premium & Lean | 06.2023 | nl
5