4.11
Montage controleren
4 Verwijder de aangebrachte stickers van het apparaat en
van de verbindingsbuizen.
4 Controleer of alle aansluitingen en verbindingen tussen
kachelsysteem en schoorsteen dicht zijn.
4 Zorg ervoor dat de noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen
werken.
6 "2.4 Veiligheidsvoorzieningen" (pagina 6).
4 Zorg ervoor dat de vereiste veiligheidsafstanden in acht
worden genomen.
6 "4.3.2 Veiligheidsafstanden" (pagina 21).
4 Zorg voor voldoende toevoer van verse lucht in de
opstelruimte.
4.12 Eerste ingebruikneming uitvoeren
de eerste ingebruikneming moet worden uitgevoerd door
gekwalificeerd vakpersoneel.
, "1.2.3 Vakpersoneel" (pagina 4).
Voordat het apparaat voor de eerste maal in gebruik wordt
genomen, moet zijn voldaan aan de voorwaarden voor een
veilig gebruik volgens de voorschriften:
•
het kachelsysteem voldoet aan de geldende voorschriften
en is goedgekeurd voor gebruik door een keuringsinstantie
of toezichthoudende autoriteit (in duitsland bv. door de
regionale schoorsteenveger).
•
het apparaat is volledig gemonteerd en aangesloten.
de correcte installatie is gecontroleerd.
6 "4.11 Montage controleren" (pagina 35).
•
het apparaat is vrij van vuil, reinigingsmiddelen zijn
verwijderd.
6 "6. reiniging" (pagina 43).
Voorbereiding:
4 Zorg voor voldoende toevoer van frisse lucht.
4 open de afsluiters, indien aanwezig, in het
verbrandingsluchtkanaal of in de rookgasaansluiting.
4 Zorg ervoor dat de aslade leeg is.
4 Zorg dat er geen brandbare materialen of voorwerpen op
of in de buurt van het apparaat aanwezig zijn.
bij het eerste verwarmingsproces wordt de gebruikte
beschermende verf gedroogd en wordt de corrosiecoating
op het oppervlak van het apparaat gebakken.
een geurontwikkeling, lichte rookvorming en waterlekkage uit
de bekleding van de verwarmingskamer zijn mogelijk.
uitvoering:
4 gebruik slechts een kleine hoeveelheid hout wanneer u de
haard voor de eerste keer aansteekt.
4 steek het apparaat aan.
6 "5.2.2 apparaat aansteken" (pagina 39).
4 Verhoog de hoeveelheid hout tot de nominale
warmteafgifte in 3 – 5 brandprocessen.
6 "2.8 technische gegevens" (pagina 10).
als er geen rookontwikkeling op het apparaat meer wordt
vastgesteld:
4 Voer een extra verbrandingsproces uit.
het inbranden tot aan de in het laatste verbrandingsproces
bereikte temperatuur is afgerond.
Zolang het eerste stoken gaande is:
4 Zorg ervoor dat niemand het apparaat aanraakt.
4 Zorg ervoor dat er geen voorwerpen op het apparaat
worden geplaatst.
4 laat de opstelruimte en alle aangesloten ruimten goed
doorluchten.
4 Zorg ervoor dat er zich geen personen permanent in deze
ruimten bevinden.
als er problemen optreden bij de schoorsteen in verband met
de transportdruk en de afvoer van de rookgassen:
4 meet de opvoerdruk van de schoorsteen.
4.13 Exploitant instrueren
Vóór de ingebruikname moet het gekwalificeerde vakpersoneel
dat de montage uitvoert, de exploitant over de volgende
punten instrueren:
•
instructie in het beoogde gebruik van het apparaat.
•
instructie in veilig, juist en milieuvriendelijk verwarmen.
•
uitleg over de toegestane brandstoffen en de gevolgen van
het gebruik van niet-toegestane brandstoffen.
•
uitleg van de werkingswijze en de bediening van
het apparaat met speciale aandacht voor de
veiligheidsrelevante handelingen.
•
uitleg van de noodzakelijkheid van reiniging en onderhoud
voor een veilige en milieuvriendelijke werking.
•
aanwijzing dat het kachelsysteem niet mag worden
gewijzigd.
•
Verwijzing naar de verantwoordelijkheid en de plichten van
de exploitant.
6 "1.2.2 exploitant" (pagina 4).
Wanneer het eerste stoken succesvol is afgerond:
3 de ingebruikname en overdracht zijn vastgelegd in een
rapport.
3 deze handleiding en alle technische documentatie zijn aan
de exploitant overhandigd.
Montage- en gebruikshandleiding | Premium & Lean | 06.2023 | nl
35