Inhoudsopgave
Advertenties
4.3.4
Convectieluchtopeningen
Voor de warmteafvoer van het apparaat zijn op locatie
convectie luchtopeningen nodig die aan de volgende eisen
voldoen
(Vrije doorsnede recirculatielucht / aanvoerlucht):
•
Premium V-1V-87h – 1280 / 1300 cm
•
Premium V-Fd-87h – 1020 / 1220 cm
met secundair ver warmings opper vlak (optioneel): 510 / 610 cm
•
Premium V-2l-55h – 650 / 780 cm
met secundair ver warmings opper vlak (optioneel): 950 / 1140 cm
•
Premium V-2r-55h – 650 / 780 cm
met secundair ver warmings opper vlak (optioneel): 950 / 1140 cm
•
Premium V-2l-68h – 890 / 1070 cm
•
Premium V-2r-68h – 890 / 1070 cm
•
Premium V-2l-80h – 1360 / 1625 cm
•
Premium V-2r-80h – 1360 / 1625 cm
•
Premium a-3rl-60h – 650 / 860 cm
•
Premium a-3rl-80h – 830 / 990 cm
•
Premium a-u-50h – 560 / 680 cm
•
Premium a-u-70h – 650 / 1200 cm
•
lean 2l-70h – 740 / 850 cm
•
lean 2r-70h – 740 / 850 cm
•
lean 3rl-70h – 540 / 650 cm
4.3.5
Rookgasafvoer
Voor de rookgasafvoer is ter plaatse een schoorsteen nodig die
aan de volgende eisen voldoet:
•
de rookgassen moeten via een schoorsteen worden afgevoerd.
•
de schoorsteen moet de rookgassen altijd via het dak afvoeren.
•
de afmetingen van de rookgasafvoer en de schoorsteen
moeten afzonderlijk worden berekend.
•
de schoorsteenhoogte, gebaseerd op de rookgastoevoer,
is minimaal 4 m.
•
aansluitingen en verbindingen met de schoorsteen
uitsluitend met goedgekeurde leidingsystemen.
de verbindingsleiding moet te allen tijde gereinigd
kunnen worden. er moet voor corresponderende
reinigingsopeningen worden gezorgd.
•
leg de leidingsystemen zo kort mogelijk en met helling
(helling van het horizontale gedeelte min. 50 mm per meter).
•
de vereiste opvoerdruk moet worden nageleefd. bij
hogere opvoerdruk nemen het vermogen en de emissies
toe, waardoor het kachelsysteem zwaarder wordt belast
en kan worden beschadigd. bij een lagere opvoerdruk
neemt het vermogen af, de emissie neemt toe en het
verbrandingsgedrag wordt nadelig beïnvloed. Zwarte
verkleuringen op ruiten en chamotte kunnen het gevolg
zijn. de optimale toevoerdruk is 12 – 18 Pa (gemeten in de
nabijheid van de rookgasaansluiting).
•
alle brandbare en temperatuurgevoelige bouwmaterialen
rond de aansluitopening naar de schoorsteen – op en in de
wand – moeten worden verwijderd.
•
de plaatselijke wetten en verordeningen worden nageleefd.
§ bv. in duitsland volgens de bouwvoorschriften.
2
,
2
,
2
,
2
,
2
,
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
Montage- en gebruikshandleiding | Premium & Lean | 06.2023 | nl
•
de rookgasafvoer voldoet aan de plaatselijke voorschriften.
§ bv. in duitsland volgens din 18160.
•
de schoorsteen moet worden geïnspecteerd en
goedgekeurd voor gebruik (in duitsland bv. door de
regionale schoorsteenveger). het gebruik moet zijn
goedgekeurd.
•
de schoorsteen dient regelmatig te worden gereinigd
(in duitsland bijvoorbeeld door regionale schoorsteen-
2
veegbedrijven) om roetvorming op de schoorsteenwanden
te voorkomen.
2
6 "1.4 schoorsteenbrand" (pagina 5).
2
Meetwaarden van het apparaat voor berekening van de
schoorsteen:
6 "2.8 technische gegevens" (pagina 10).
het verwarmingsvermogen van het apparaat wordt
beïnvloed door de opvoerdruk van de schoorsteen. eventuele
schommelingen kunnen worden gecompenseerd door
de installatie van een secundaire luchtvoorziening in het
rookgassysteem.
als een secundaire luchtvoorziening gewenst is:
4 neem contact op met de fabrikant of een gespecialiseerd
bedrijf.
afhankelijk van de bedrijfsmodus moet ook aan de volgende
eisen worden voldaan.
Van kamerlucht onafhankelijke werking
•
lean 2r-70h rlu, lean 2l-70h rlu, lean 3rl-70h rlu:
Meervoudig gebruik van de schoorsteen is toegestaan. alle
andere apparaten die op de schoorsteen zijn aangesloten,
moeten zijn goedgekeurd voor meervoudig gebruik.
•
de verbrandingslucht wordt vanuit een andere
ruimteluchtverbinding (bv. uit de kelder) of van buiten
(bv. via een aansluiting aan buitenlucht) naar het apparaat
geleid.
•
de afmetingen van het verbrandingsluchtkanaal moeten
voldoen aan de geldende voorschriften.
•
het verbrandingsluchtkanaal moet permanent dicht zijn
aangesloten op de verbrandingsluchtaansluiting van het
apparaat. de dichtheid moet worden gecontroleerd.
•
het verbrandingsluchtkanaal moet voorzien zijn van een
afsluiter die aan de volgende eisen voldoet:
•
de afsluiter sluit niet automatisch.
•
de stand van de afsluiter is te allen tijde zichtbaar
(bv. aan de stand van de bedieningshendel).
•
Processen en werkzaamheden aan het apparaat
worden niet belemmerd door de afsluiter.
•
om condensvorming te voorkomen moet het
verbrandingsluchtkanaal zodanig worden geïsoleerd en
gelegd dat er geen water of andere stoffen in het apparaat
kunnen komen. eventuele condensatie moet naar buiten
kunnen wegvloeien.
25
Advertenties
Inhoudsopgave
