4.10 Apparaat ter plaatse inbouwen
de wanden van de verwarmingskamer en de bekleding van
het apparaat worden ter plaatse uitgevoerd. Voor een perfecte
werking moeten de vereisten in dit hoofdstuk in acht worden
genomen.
de volgende afbeeldingen van de bouwsituaties gelden als
voorbeeld voor alle apparaten.
Bij niet brandbare materialen
4.10 / 1
A
B
C
A isolatie van de verbrandingskamer
B Muurkoker
C rookgaskanaal (verbindingsstuk)
D luchttoevoerrooster (warmeluchtafvoer)
E Verwarmingskamer
F haardbekleding van onbrandbaar bouwmateriaal
G Montageframes met isolatiestrips
H recirculatierooster (koudeluchttoevoer)
I
Verbrandingsluchtkanaal (optioneel)
Voor informatie over de isolatiedikte moet het afzonderlijke
1
document "technische gegevens" in acht worden
genomen.
500 mm afstand tussen bovenkant en plafond.
2
D
E
F
G
H
I
1
2
Montage- en gebruikshandleiding | Premium & Lean | 06.2023 | nl
4.10 / 2
A
B
C
D
A isolatie van de verbrandingskamer
B Muurkoker
C geïsoleerd rookgaskanaal (verbindingsstuk)
D Warmeluchtmantel (optioneel)
E Warmeluchtuitvoer
F Verwarmingskamer
G Circulatierooster
3
H Warmeluchtkanaal
4
I
isolatie van de warmeluchtmantel
J haardbekleding van onbrandbaar bouwmateriaal
K Montageframes met isolatiestrips
L recirculatierooster (koudeluchttoevoer)
M Verbrandingsluchtkanaal (optioneel)
Voor informatie over de isolatiedikte moet het afzonderlijke
1
document "technische gegevens" in acht worden
genomen.
bij gebruik van de warmeluchtmantel moeten alle
2
aansluitingen worden aangesloten op warmeluchtleidingen.
500 mm afstand tussen bovenkant en plafond.
3
isolatie is noodzakelijk als temperaturen boven 85 °C kunnen
4
voorkomen (afhankelijk van de individuele inbouw).
isolatie met vormvaste minerale wol,
5
ten minste 30 mm dik.
E
F
G
H
I
J
K
L
M
1
2
5
31