BELANGRIJK
Gebruik nooit koelvloeistoffen voor auto's (zoals
koelvloeistoffen die alleen voldoen aan ASTM
D3306 of ASTM D4656). Deze koelvloeistoffen
bevatten niet de correcte additieven die nodig zijn
voor de bescherming van zware dieselmotoren.
Deze soorten bevatten vaak een hoge concentratie
van silicaten die de motor of het koelsysteem
kunnen beschadigen.
MOTOR
MODEL
JU4H/JU4R
JU6H/JU6R
JDFP-06WA/JW6H-
UF30,38
JDFP-06WR/JW6H-
UF40,48, 50, 58, 60, H8
Figuur 34
3.4.5 Inhibitors in koelvloeistof
Het belang van een koelvloeistof met de juiste
inhibitors kan niet genoeg worden benadrukt.
Koelvloeistof met onvoldoende of helemaal geen
inhibitors veroorzaakt roest, kalkaanslag, bezinksel
en mineraalaanslag. Al deze kunnen de efficiëntie en
het beschermend vermogen van het koelsysteem sterk
aantasten.
Aanbevolen
aanvullende
combinatie
van
chemische
bescherming bieden tegen corrosie en cavitatie en die
de pH beheersen en aanslag voorkomen.
inhibitors zijn verkrijgbaar in diverse vormen, zoals
in vloeistofverpakkingen of als bestanddeel in
antivries.
Het is essentieel dat aanvullende inhibitors worden
toegevoegd aan alle motorsystemen van John Deere.
Een voorvuldosis moet worden gebruikt wanneer
voor het eerst wordt gevuld. Daarna moet een
onderhoudsdosis
worden
onderhoudsinterval.
beschadigd raken tenzij inhibitors worden gebruikt.
Enkele meer algemeen gebruikte corrosiewerende
middelen zijn boraten, nitraten en silicaten.
Bij normaal gebruik nemen de inhibitors in het
systeem af. Daarom moeten extra inhibitors aan de
koelvloeistof
worden
oorspronkelijke concentratie in stand te houden. Zie
Figuur 35 voor de juiste concentraties.
INHOUD KOELSYSTEEM
LITER
12.0 (11.4)
18.7 (17.7)
22 (21)
23 (22)
inhibitors
zijn
verbindingen
Deze
gebruikt
bij
Het
systeem
zal
zwaar
toegevoegd
om
Pagina 33 van 54
Borium (B)
Nitriet (NO
Nitraten (NO
Silicon (Si)
Fosfor (P)
PH
Gebruik geen oplosbare oliën of inhibitors met
chromaat in motoren van John Deere. Dit heeft zeer
nadelige gevolgen voor het systeem.
Voor een behoorlijke controle van de concentraties
kan het nodig zijn om contact op te nemen met uw
plaatselijke dealer. Zie de sectie "Informatie over
onderdelen" voor het onderdeelnummer van de
analysekit voor koelvloeistof; deze wordt door de
fabriek geleverd. Deze kit dient voor analyseren van
de koelvloeistof en kan tegen een nominale prijs
worden besteld.
3.4.6 Procedure voor vullen van de motor
Tijdens het vullen van het koelsysteem kunnen zich
luchtzakken vormen.
ontlucht voordat het in bedrijf wordt gesteld. Dit kan
het beste worden gedaan door te vullen met een
voorgemengde oplossing.
Voorzichtig: het koelsysteem niet te ver
een
vullen.
die
ruimte nodig zodat het kan uitzetten
zonder te overstromen.
3.4.6.1 Motoren zonder overlooptank voor koelvloeistof
(Figuur 35A)
De drukdop aanbrengen, de motor starten en ca.
5 minuten laten draaien om de lucht uit de holtes in
de motor te verwijderen.
Tijdens controleren of het bedrijfsniveau van de
koelvloeistof veilig is, is het raadzaam om te wachten
elke
tot de motortemperatuur daalt tot ca. 49ºC of lager,
alvorens de drukdop te verwijderen.
De drukdop verwijderen en bijvullen tot het juiste
niveau. Om het ontluchtingsproces voort te zetten de
motor starten en laten draaien totdat de temperatuur
stabiliseert op circa 71°-93° C, of de motor 25
minuten lang laten draaien, afhankelijk van welke het
de
langst is. Tijdens het opwarmen kunt u koelvloeistof
uit de overstroombuis bij de drukdop zien stromen.
Min.
PPM
1000
2
)
800
3
)
1000
50
300
8.5
Figuur 35
Het systeem moet worden
Een systeem onder druk heeft
Max
PPM
1500
2400
2000
250
500
10.5