AAPF, KAPF, AAS9,
KAS9, AAQ7, KAQ7
JW6 - alle modellen
Figuur 32
3.4 KOELSYSTEEM
3.4.1
Beoogde motorbedrijfstemperatuur
De JU en JW-motoren zijn uitgerust met een
warmtewisselaar of radiator om de termperatuur van
het
motorkoelmiddel
bedrijfsrichtlijnen te houden.
De JU4H, JU6H, en JW6H hebben een beoogde
bedrijfstemperatuur van 71°C tot 85°C. Er is een
schakelaar voor hoge koeltemperatuur om alarm te
geven bij een hoge temperatuur van het koelmiddel
bij
96°C
voor
de
warmtewisselaar en 102°C voor de modellen die met
een radiator worden gekoeld.
3.4.2 Koelvloeistof
De volgende informatie dient als richtlijn voor het
kiezen
van
een
geschikte
gebruikers van John Deere motoren.
Het
koelvloeistofmengsel
water/ethyleen glycol//inhibitors in motoren van John
Deere moet voldoen aan de volgende basisvereisten:
•
zorgen voor toereikende warmteoverdracht;
•
beschermen tegen cavitatie;
•
zorgen voor een corrosie-/erosiebestendige
omgeving in het koelsysteem;
•
de vorming van kalkaanslag of bezinksel in
het koelsysteem voorkomen;
•
compatibiliteit
motorslangen en afdichtingen;
•
zorgen
voor
overkookbescherming.
WAARSCHUWING
Een oplossing van water en antivries is vereist
voor pompinstallaties. Deze oplossing moet vóór
installatie worden voorgemengd. Dit voorkomt dat
de verwarmingselementen door de chemische
reacties van onverdunde antivries verstopt raken,
waardoor de elementen kunnen doorbranden.
Raadpleeg de I en O sectie (zie blz. 5). voor de
systeeminhoud van elk model.
3.4.3 Water
30.1 (28.5)
binnen
de
aanbevolen
modellen
die
met
koelvloeistof
bestaande
met
het
materiaal
toereikende
antivries-
Water kan een corrosieve omgeving in het koelsysteem
vormen en de mineralen in het water kunnen zorgen
voor kalkaanslag op inwendige koeloppervlakken.
Daarom moeten inhibitors worden toegevoegd om
corrosie, cavitatie en aanslag tegen te gaan.
De opgeloste vaste stoffen die kunnen zorgen voor
aanslag, bezinksel of corrosie, of een combinatie van
deze, bestaan uit chloriden, sulfaten, magnesium en
calcium.
corrosieproces, terwijl de hardheid (het percentage
magnesium en calciumzout, globaal aangeduid als
carbonaten) verantwoordelijk zijn voor aanslag.
Water binnen de limieten die staan aangegeven in
figuur 33 is toereikend als koelvloeistof indien is
gezorgd voor correcte inhibitors. Het gebruik van
gedistilleerd water verdient de voorkeur.
een
Materialen
Chloride (max.)
Sulfaten (max.)
Totaal opgeloste vaste
door
stoffen (max.)
Totale hardheid (max.)
uit
3.4.4 Inhoud van koelsysteem
Ehtyleenglycol of propyleenglycol zijn toegestaan:
BELANGRIJK:
Gebruik geen toevoegingsmiddelen voor afdichten
van koelsystemen of antivriesmiddelen waarin
toevoegingsmiddelen voor het afdichten zitten.
van
Meng basiskoelmiddelen zoals ethyleenglycol en
en
propyleenglycol niet.
Gebruik
(formule met laag silicaatgehalte) dat voldoet aan de
standaard van de GM 6038-N formule (GM1899-M)
of de ASTM D6210 eisen.
Een koelwateroplossing van 50% is aanbevolen. Een
concentratie van meer dan 70% is niet aanbevolen
wegens de geringe warmteoverdracht, ongunstige
bescherming tegen vorst en uitval van silicaat.
Concentraties van minder dan 30% bieden weinig
bescherming tegen vorst, overkoken of corrosie.
Pagina 32 van 54
Chloriden en/of sulfaten versnellen het
Delen per
miljoen
40
100
340
170
Figuur 33
een
koelvloeistof
met
Delen per
miljoen
2.5
5.8
20
10
ethyleenglycol