Werking
1. Kantelstang
2. Trimstangen
4.
Gebruik de kantelsteunhendel om de
motor in de opwaartse stand te vergren-
delen. Activeer de neerkantelschakelaar
eventjes om ervoor te zorgen dat de mo-
tor wordt ondersteund door de kantel-
steunhendel.
1
1. Kantelsteunhendel
5.
Controleer of de kantelstang en de trim-
stangen geen sporen van roest of ande-
re gebreken vertonen.
6.
Activeer de neerkantelschakelaar tot de
trimstangen zich helemaal hebben te-
ruggetrokken in de cilinders.
55
1
2
ZMU05868
7.
Bedien de omhoogtrimschakelaar tot de
kantelstang volledig uitgeschoven is.
Ontgrendel de kantelsteunhendel.
8.
Kantel de buitenboordmotor naar bene-
den. Ga na of de kantelstang en de trim-
stangen soepel werken.
DMU36582
Accu
Ga na of de accu in goede staat verkeert en
volledig geladen is. Ga na of de accu-aan-
sluitingen zuiver en stevig bevestigd zijn en
of ze bedekt zijn met isolatiekappen. De
elektrische contacten van de accu en de ka-
bels moeten zuiver en juist aangekoppeld
zijn, anders kan de accu de motor niet star-
ten.
Kijk in de instructies van de accufabrikant
voor controles van uw specifieke accu.
ZMU05869
DMU30023
DWM01830
WAARSCHUWING
Benzine en benzinedampen zijn erg
G
ontvlambaar
steeds volgens deze procedure om het
risico van brand en ontploffing te be-
perken.
Benzine is giftig en kan letsels of de
G
dood veroorzaken. Ga voorzichtig met
benzine om. Tracht nooit benzine over
te hevelen door hem aan te zuigen met
Brandstof bijvullen
en
ontplofbaar.
ZMU05855
Tank