5.
Beweeg de hendels zoals getoond om
de
motorkap
OPGELET: Als de motorkap niet cor-
rect wordt geïnstalleerd, kan er water
onder de kap terechtkomen en de
motor beschadigen, of kan de motor-
kap wegvliegen bij hoge snelheden.
[DCM01990]
Controleer na de motorkap te hebben aan-
gebracht of ze goed op haar plaats zit door
er met twee handen op te duwen. Als de mo-
torkap los zit, dient u ze te laten herstellen
door uw Yamaha-dealer.
te
vergrendelen.
ZMU06134
ZMU06135
DMU35243
Controleren van het trim- en
kantelbekrachtigingssysteem
DWM01930
WAARSCHUWING
Kom nooit onder het staartstuk als het
G
gekanteld is, zelfs niet als de kantel-
steunhendel vergrendeld is. Als de bui-
tenboordmotor per ongeluk valt, kunt u
ernstig gewond raken.
Er kunnen lichaamsdelen worden ver-
G
pletterd tussen de motor en de klem-
beugel
wanneer
getrimd of gekanteld.
Ga na of er zich niemand in de buurt
G
van de buitenboordmotor bevindt alvo-
rens deze controle uit te voeren.
1.
Controleer de trim- en kantelbekrachti-
gingseenheid op tekenen van olielek-
ken.
2.
Probeer alle trim- en kantelbekrachti-
gingsschakelaars op de digital electro-
nic control en op de onderbak van de
motor (als er daar zijn) uit om na te gaan
of al de schakelaars werken.
3.
Kantel de buitenboordmotor naar om-
hoog en controleer of de kantelstang en
de trimstangen volledig uitgetrokken
zijn.
Werking
ZMU05940
de
motor
wordt
54