tor heeft een invloed op zijn efficiëntie en be-
trouwbaarheid. Als hij te hoog wordt
gemonteerd, kan er propellerventilatie ont-
staan, waardoor de stuwkracht wordt ver-
minderd
ten
gevolge
propellerglijding. Bovendien kunnen de wa-
terinlaten voor het koelsysteem daardoor
mogelijk te weinig water opzuigen, waardoor
de motor oververhit kan raken. Als de motor
te laag wordt gemonteerd, zal de waterweer-
stand toenemen, waardoor de motorefficiën-
tie en -prestaties afnemen.
In de meeste gevallen moet de buitenboord-
motor zo worden gemonteerd dat de anti-ca-
vitatieplaat in één lijn ligt met de onderkant
van de boot. De optimale montagehoogte
van de buitenboordmotor hangt af van de
boot/motor-combinatie en de gewenste toe-
passing. Testvaarten met verschillende
montagehoogte kunnen u helpen bij het be-
palen van de optimale montagehoogte.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer of bootfabri-
kant voor meer informatie over het bepalen
van de juiste montagehoogte.
DCM01631
OPGELET
Ga na of de leegloopopening hoog ge-
G
noeg blijft om te voorkomen dat er wa-
ter in de motor terechtkomt, zelfs
wanneer de boot stilligt met maximale
van
te
veel
ZMU01762
lading.
Een verkeerde motorhoogte of zaken
G
die het gelijkmatig stromen van water
belemmeren (de vorm of de staat van
de boot, of accessoires als spiegellad-
ders of dieptesensoren) kunnen zorgen
voor opstuivend water als de boot aan
het varen is. Als de motor continu
wordt gebruikt in aanwezigheid van op-
stuivend water, kan er genoeg water in
de inlaatopening van de onderbak te-
rechtkomen om de motor ernstig te be-
schadigen. Elimineer de oorzaak van
het opstuivend water.
Installatie
48