Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Voertuig Tot Stilstand Brengen; Het Voertuig Parkeren En Verlaten; Slepen - Club Car PRECEDENT 2005 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

HET VOERTUIG TOT STILSTAND BRENGEN

WAARSCHUWING
• Door water rijden kan de werking van de remmen aantasten. Controleer de werking van de
remmen door het rempedaal voorzichtig in te drukken. Indien het voertuig niet normaal lang-
zamer gaat rijden, moet u het rempedaal blijven indrukken tot de remmen droog zijn en weer
normaal werken.
VOORZICHTIG
• Gebruik het rempedaal om op een helling stil te blijven staan. Gebruik het gaspedaal niet.
Om het voertuig tot stilstand te brengen, laat u het gaspedaal los en drukt u met de rechtervoet het rempedaal
in tot het voertuig volledig stopt.

HET VOERTUIG PARKEREN EN VERLATEN

1. Nadat u het voertuig tot stilstand hebt gebracht, drukt u het parkeerrempedaal flink in, tot het blokkeert.
Het voertuig kan dan niet wegrollen.
2. Draai de contactsleutel op UIT en plaats de vooruit-/achteruithendel of -schakelaar op VRIJLOOP (N).
Verwijder de sleutel als het voertuig niet wordt gebruikt. Bij voertuigen op benzine moet ook het brand-
stofafsluitventiel worden dichtgedraaid (Figuur 20, pagina 29).
3. Uitsluitend IQ System voertuigen: Met de slepen-/rijdenschakelaar op RIJDEN zal de nulsnelheidde-
tectie, ongeacht de stand van de vooruit-/achteruitschakelaar of de contactsleutel, voorkomen dat het
voertuig zich sneller dan 1,5 tot 4,8 km/u (1 tot 3 mph) verplaatst, tenzij het gaspedaal wordt ingedrukt.
Dit voorkomt dat het voertuig (met parkeerrem uitgeschakeld) te snel zou wegrollen om te voet ingehaald
te worden. Zie ook Zero Speed Detect (nulsnelheiddetectie), pagina 14.

SLEPEN

WAARSCHUWING
• Het voertuig mag nooit op de openbare weg gesleept worden.
• Gebruik uitsluitend goedgekeurde Club Car-sleepstangen.
• Draai de contactsleutel op UIT en plaats de vooruit-/achteruithendel of -schakelaar op
VRIJLOOP (N) alvorens het voertuig te slepen.
• Alleen voertuigen met IQ System: Zet de slepen-/rijdenschakelaar op de sleepstand. Gebeurt
dit niet, dan zal de wagen niet rollen tijdens het slepen.
• Wees uiterst voorzichtig bij het slepen van een voertuig.
• Rijd bij het slepen nooit sneller dan 8 km/u (5 mph).
• Laat niemand plaatsnemen in de voertuigen die worden gesleept.
• Vermijd bij het slepen abrupt optrekken, stoppen en scherpe bochten.
• Stop niet op een helling wanneer u een aanhangwagen sleept. Als het niet anders kan, moet u
abrupt optrekken of achteruitrollen en abrupt stoppen vermijden. Als u deze waarschuwing
negeert, zou het voertuig kunnen omkantelen, wat ernstige verwondingen zou kunnen veroor-
zaken.
WAARSCHUWING VERVOLGD OP DE VOLGENDE PAGINA...
Precedent Golf Car – Elektrisch/benzinevoertuig – Handleiding voor de eigenaar, 2005
Slepen
pagina 25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave