GASPEDAAL
Het gaspedaal is het pedaal rechts, met het ingelegde woord GO (Figuur 6) . Dit gaspedaal werkt anders dan
het gaspedaal van een auto. Met het contactslot in de stand AAN en de Vooruit-/achteruitschakelaar in
VOORUIT (F) of ACHTERUIT (R), schakelt het indrukken van het gaspedaal automatisch de parkeerrem uit
en rijdt het voertuig in de gekozen richting (vooruit of achteruit). Als u het gaspedaal blijft indrukken, gaat het
voertuig sneller rijden tot het de maximumsnelheid bereikt. Bij het loslaten van het gaspedaal krijgt de motor
geen stroom meer en stopt hij met draaien.
Bij wagens met een IQ System wordt een speciaal elektrisch systeem gebruikt, waarbij in bepaalde werkings-
modi de motorrem wordt ingeschakeld. In deze modi werkt het voertuig als volgt:
• Zero Speed Detect (nulsnelheiddetectie): Terwijl het voertuig op vlak terrein geparkeerd is, met de
parkeerrem uitgeschakeld, plaatst u de slepen-/rijdenschakelaar op RIJDEN en probeert u het voertuig
te duwen. De motorrem moet inschakelen en weerstand tegen het rijden veroorzaken (het voertuig
gaat niet sneller dan 1,5 tot 4,8 km/u [1 tot 3 mph]), ongeacht de stand van de vooruit-/achteruitschake-
laar. Wanneer de motorrem met nulsnelheiddetectie is ingeschakeld, hoort de achteruitzoemer een
duidelijk waarschuwingssignaal uit te zenden.
• Motorrem met niet-ingedrukte pedaal: Laat het voertuig op volle toeren rijden en neem uw voet van
het gaspedaal. Bij een ingeschakelde motorrem moet het voertuig snel en zonder schokken afremmen
tot een snelheid van ongeveer 17,7 km/u (11 mph). De motorrem ontkoppelt wanneer de snelheid van
het voertuig tot 17,7 km/u (11 mph) is gedaald. Deze functie kan alleen bij voertuigen met het
IQ System worden ingeschakeld. Neem contact op met uw lokale Club Car-dealer/distributeur voor
informatie over dit verstelbare kenmerk.
• Motorrem met ingedrukte pedaal: Versnel op een dalende helling met het gaspedaal ingedrukt. Wan-
neer het voertuig de maximumsnelheid bereikt, moet het afremmen op de motor worden ingeschakeld
en de snelheid van het voertuig tot deze maximumsnelheid worden beperkt. Op bijzonder steile hel-
lingen is het mogelijk dat het voertuig een beetje sneller rijdt dan de maximumsnelheid waarvoor het is
ontworpen; gebruik in dat geval het rempedaal.
Figuur 6 Gaspedaal
REMPEDAAL
Het rempedaal is het grote pedaal links met het ingelegde woord STOP. Druk met uw voet het rempedaal in
om de snelheid te verminderen of het voertuig te stoppen (Figuur 7) .
pagina 14
Precedent Golf Car – Elektrisch/benzinevoertuig – Handleiding voor de eigenaar, 2005
Bedieningselementen en indicators – elektrische voertuigen