Bedieningselementen en indicators – benzinevoertuigen
CONTACTSLOT
Het contactslot bevindt zich rechts van de stuurkolom op het dashboard (Figuur 11). Het heeft twee duidelijk
gemerkte standen: UIT en AAN. Zie volgende OPMERKING.
OPMERKING: De sleutel kan alleen verwijderd worden wanneer het contactslot in de stand UIT staat.
Figuur 11 Contactslot
Figuur 12 Vooruit-/achteruithendel
VOORUIT-/ACHTERUITHENDEL
De vooruit-/achteruithendel bevindt zich op het voorpaneel van de bank, rechtsonder de rechterknie van de
bestuurder (Figuur 12). De hendel heeft drie standen: F (VOORUIT), N (VRIJLOOP) en R (ACHTERUIT).
Draai de hendel naar de bestuurder toe (VOORUIT) om vooruit te rijden en naar de passagier toe (ACH-
TERUIT) om achteruit te rijden. Met de hendel omhoog (VRIJLOOP) kan het voertuig niet rijden. De motor zal
stilvallen als hij in deze stand wordt gezet wanneer de motor draait. Alle Club Car-voertuigen hebben in ach-
teruit een lagere snelheid. Wanneer de vooruit-/achteruithendel op ACHTERUIT staat, geeft de achteruit-
zoemer een waarschuwingssignaal.
GASPEDAAL
Het gaspedaal is het pedaal rechts, met het ingelegde woord GO (Figuur 13). Dit gaspedaal werkt anders
dan het gaspedaal van een auto. Met het contactslot in de stand AAN en de vooruit-/achteruithendel in
VOORUIT (F) of ACHTERUIT (R), schakelt het indrukken van het gaspedaal automatisch de parkeerrem uit
en rijdt het voertuig in de gekozen richting (vooruit of achteruit). Als u het gaspedaal blijft indrukken, gaat het
voertuig sneller rijden tot het de maximumsnelheid bereikt. Bij het loslaten van het gaspedaal krijgt de motor
geen stroom meer en stopt hij met draaien.
pagina 18
Precedent Golf Car – Elektrisch/benzinevoertuig – Handleiding voor de eigenaar, 2005