Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Werking Controleren - Club Car PRECEDENT 2005 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische voertuigen
• Accu's: Controleer of het elektrolytpeil voldoende is (Figuur 26, pagina 37). Controleer de accu-
klemmen. De kabels moeten goed vastzitten en corrosievrij zijn. Laad de accu's volledig op voor u het
voertuig voor het eerst gebruikt.
• Ladersnoer, stekker en stopcontact: Voer een visuele controle uit op scheurtjes, loszittende aanslui-
tingen en gerafelde kabels. Zie Stekker en stopcontact op pagina 40.
Benzinevoertuigen
• Accu: Controleer of het elektrolytpeil voldoende is (Figuur 30, pagina 42). Controleer de accu-
klemmen. De kabels moeten goed vastzitten en corrosievrij zijn. De accu moet volledig opgeladen zijn.
• Motor: Controleer het oliepeil. Zie Motorolie – benzinevoertuigen op pagina 42.
• Brandstof: Controleer het brandstofpeil. Zie Instructies voor het tanken – benzinevoertuigen op
pagina 43. Controleer brandstoftank, leidingen, stop, pomp, brandstoffilters en carburateur op brand-
stoflekken.
• Uitlaatsysteem: Controleer op lekken.
WAARSCHUWING
• Verwijder het plastic van de zitting voor u het voertuig gebruikt. Dit nalaten kan brand, mate-
riële schade en ernstige of dodelijke verwondingen veroorzaken.

DE WERKING CONTROLEREN

Nadat u zich vertrouwd hebt gemaakt met de bedieningen van het voertuig en de rij-instructies hebt gelezen
en begrepen, maakt u een proefrit.
Gebruik de volgende lijst bij de inspectie van het voertuig en ga dagelijks na of het juist werkt. Eventuele
defecten moeten worden hersteld door uw Club Car-distributeur/-dealer of een getrainde monteur.
Alle voertuigen
• Vooruit-/achteruitschakelaar: Controleer of deze goed werkt. Zie Bedieningselementen en indica-
tors – elektrische voertuigen op pagina 13 of Bedieningselementen en indicators – benzine-
voertuigen op pagina 17.
• Remmen: Verifieer dat ze goed werken. Wanneer het rempedaal met een gemiddelde druk wordt inge-
trapt, moet het voertuig zonder schokken en rechtuit rijdend tot stilstand komen. Indien het voertuig
niet rechtuit trekt of niet stopt, abrupt stopt, of een schurend of piepend geluid maakt, dan moet het
remsysteem worden gecontroleerd en, indien nodig, worden afgesteld. Indien het rempedaal langdurig
met gemiddelde druk wordt ingetrapt, kunnen de wielen blokkeren, maar bij een lichtere druk moet het
mogelijk zijn geleidelijk te stoppen.
• Parkeerrem: De ingeschakelde parkeerrem moet de wielen blokkeren en het voertuig immobiliseren
(op hellingen tot maximum 20%). Bij een druk op het gaspedaal of het rempedaal moet de parkeerrem
vrij komen.
• Achteruitzoemer: Wanneer de vooruit-/achteruithendel of -schakelaar in ACHTERUIT (R) staat, geeft
de achteruitzoemer een waarschuwingssignaal.
• Besturing: Het voertuig moet gemakkelijk te besturen zijn, zonder speling op het stuur.
• Gaspedaal: Wanneer het contactslot op AAN staat en de vooruit-/achteruitschakelaar op VOORUIT
(F), moet bij het indrukken van het gaspedaal de motor starten en het voertuig vlot zijn maximumsnel-
heid bereiken. Wanneer het pedaal wordt losgelaten, moet het naar de ruststand terugkeren. Alle Club
Car-voertuigen hebben in achteruit een lagere snelheid.
• Algemeen: Luister of u geen abnormale geluiden, zoals geknars of geratel, hoort. Controleer het rijge-
drag en de prestatie van het voertuig. Laat alle afwijkingen controleren door uw Club Car-distribu-
teur/-dealer of een getrainde monteur.
pagina 22
Precedent Golf Car – Elektrisch/benzinevoertuig – Handleiding voor de eigenaar, 2005
Voorbewerking en dagelijkse veiligheidscontroles

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave