6 Installatie
6.3.1 Veilig werken bij de watertoevoer- en -afvoeraansluiting
Voor uw eigen veiligheid
Maak uzelf voor aanvang van de werkzaamheden vertrouwd met de onder
maatregelen bij de installatie' op pagina 31 vermelde gevaren.
Kwalificatie van het personeel voor de watertoevoer- en -afvoeraansluiting
Alleen geschoolde vakkrachten voor watertoevoer- en -afvoerinstallaties van een geautoriseerd servi‐
cebedrijf mogen de combi-steamer op de watervoorziening en op het afvalwatersysteem aansluiten.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Draag de persoonlijke beschermingsmiddelen, de in het hoofdstuk 'Voor uw eigen veiligheid', para‐
'Persoonlijke beschermingsmiddelen' op pagina 44 voor de desbetreffende werkzaamheden ge‐
graaf
noemd zijn.
Voorschriften voor de wateraansluiting
Houd rekening met alle plaatselijke en landspecifieke bepalingen in verband met de wateraansluiting.
Dit zijn onder andere:
DIN 1988 delen 2 en 4
EN 61770
EN 1717
De installatie van de waterleidingen moet gebeuren in overeenstemming met de richtlijnen AS/NZW
3500 voor sanitaire installaties en afvoerwater (Plumbing and Drainage Code).
Alleen voor Australië:
De met dit apparaat meegeleverde dubbele terugslagklep moet in de naar het apparaat leidende wa‐
teraanvoer ingebouwd worden, om te voldoen aan de door de Australische Richtlijnen voor sanitaire
installaties geëiste terugstroombeveiliging.
Voorschriften voor de afvalwateraansluiting
Let op alle lokale en nationale bepalingen voor de uitvoering van de afvalwateraansluiting en voor de
samenstelling van het afvalwater. Dit zijn onder andere:
DIN 1988 delen 2 en 4
DIN EN 1717
Plaatselijke afvalwaterverordening
Installatiehandboek
89
'Gevaren en veiligheids‐