5 Opstelling
5.8 Tafelmodel apparaat op een onderstel met wielen plaatsen
Regels voor een veilige opstelling van het toestel
Om de stabiliteit van het apparaat te garanderen, moet rekening worden gehouden met de volgende
regels:
Het frame moet op de plaats van opstelling kip- en glijveilig opgesteld kunnen worden. Aan de ei‐
sen voor de ondergrond moet voldaan zijn.
Bij tafelmodel apparaten op een onderbouw met wielen moet een houdinrichting worden aangeslo‐
ten die de bewegingsruimte van de opbouw (onderbouw inclusief apparaat) constructief begrenst.
De onderbouw met het apparaat mag max. 0.5 m naar voren worden getrokken kunnen.
De lengten van de aansluitleidingen moeten toereikend zijn voor de bewegingsruimte die de houd‐
inrichting toelaat. Bij het verplaatsen van de opbouw mogen de aansluitleidingen op geen enkel
moment met trekkrachten worden belast of worden samengedrukt.
Als de combi-steamer met trayframes moet worden beladen, moet de opstellingshoogte van het
apparaat ten opzichte van de beladingshoogte van de traywagen uitgelijnd zijn. Dit is vanzelf het
geval als het aanrijvlak van de traywagen en het steunvlak van het onderstel met combi-steamer
op dezelfde hoogte liggen.
Benodigde hulpmiddelen
Een geschikte component die aan de bestaande constructie kan worden verankerd en waarop een
geschikt borgmiddel kan worden bevestigd.
Dit kan bijvoorbeeld een oogbout zijn, die door middel van boorgat en plug achter de combi-stea‐
mer in de muur van het gebouw wordt verankerd.
De verankerde component moet bestand zijn tegen de trekbelastingen die door het gewicht van de
opbouw en de krachten van de gebruiker bij het verrijden van de combi-steamer op het onderstel
met wielen kunnen optreden.
Een geschikt borgmiddel dat op de klantzijdige verankering en op het bevestigingsoog van het on‐
derstel kan worden aangesloten.
Dit kan bijvoorbeeld een veiligheidsketting met karabijnhaak aan elk uiteinde zijn.
Het borgmiddel moet bestand zijn tegen de trekbelastingen die door het gewicht van de opbouw en
de krachten van de gebruiker bij het verrijden van de combi-steamer op het onderstel met wielen
kunnen optreden.
De lengte van het borgmiddel moet afhankelijk van de posities van de klantzijdige verankering en
van het bevestigingsoog op het onderstel zo worden gekozen dat een maximale verplaatsingsweg
van de combi-steamer van 0.5 m wordt gerealiseerd.
Voorwaarden
De klantzijdige verankering moet geïnstalleerd zijn voordat het onderstel op wielen wordt geplaatst.
De positie van de verankering moet afhankelijk van de lengte van het borgmiddel en van de bevesti‐
gingspositie op de opbouw zo worden gekozen dat een maximale verplaatsingsweg van de combi-
steamer van 0.5 m wordt gerealiseerd.
(In het ideale geval bevindt de klantzijdige verankering zich direct achter het bevestigingsoog van het
onderstel op dezelfde hoogte.)
Installatiehandboek
67