6 Installatie
6.2.1 Veilig werken bij de gasinstallatie
Voor uw eigen veiligheid
Maak uzelf voor aanvang van de werkzaamheden vertrouwd met de onder
maatregelen bij de installatie' op pagina 31 vermelde gevaren.
Kwalificatie van het personeel voor de gasinstallatie
Alleen volgens de geldende nationale en lokale voorschriften geschoolde en gecertificeerde gasinstal‐
lateurs met een apparaatspecifieke scholing en autorisatie door het lokale gasbedrijf, mogen het ap‐
paraat volgens de lokale voorschriften aansluiten.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Draag de persoonlijke beschermingsmiddelen, de in het hoofdstuk 'Voor uw eigen veiligheid', para‐
'Persoonlijke beschermingsmiddelen' op pagina 44 voor de desbetreffende werkzaamheden ge‐
graaf
noemd zijn.
Voorschriften voor de gasinstallatie
Stel uzelf op de hoogte van alle officiële en nationale wetten en voorschriften, evenals van de lokale
voorschriften van plaatselijke energiebedrijven en autoriteiten, alsook van mogelijke andere relevante
voorschriften, die bij de installatie van dit gasapparaat op de betreffende standplaats van kracht zijn.
Volg deze beslist op!
Volg de op de betreffende standplaats geldende bouwvoorschriften en technische regels voor de in‐
stallatie van gasapparaten op.
De gasinstallatie moet overeenkomstig de voorschriften van de gasleverancier worden uitgevoerd.
De door de fabrikant of zijn gevolmachtigde verzegelde delen mogen niet door de installateur worden
verbroken.
Handelwijze bij gaslucht
Wanneer men gas ruikt, moeten de volgende punten beslist worden opgevolgd:
Gasvoorziening direct onderbreken.
Ruimte zorgvuldig ventileren.
Geen elektrische apparaten bedienen. Vonkvorming voorkomen.
Gebouw evacueren.
Gasbedrijf en evt. de brandweer per telefoon van buiten de gevarenzone informeren.
Vrijkomend gas
Gevaar voor explosie door vrijkomend gas
Vrijkomend gas kan bij ontsteking tot ontploffing komen.
Installeer een gasafsluitinrichting in de omgeving van het apparaat.
Zorg er bij tafelmodel apparaten op onderbouw met wielen met flexibele aansluitslang voor dat
voor de mechanische beveiliging van het apparaat de houdinrichting aangesloten is, die de
bewegingsruimte van de onderbouw met het apparaat begrenst.
Verplaats het apparaat tijdens gebruik nooit.
Installatiehandboek
80
'Gevaren en veiligheids‐