C - 114
Voor een goede werking mogen alleen accessoires en opties worden gebruikt die zijn geleverd door Bayer en die
specifiek bestemd zijn voor het systeem. Andere, niet door Bayer goedgekeurde accessoires en opties kunnen schade
aan het apparaat veroorzaken of kunnen leiden tot een toename in de emissies of een afname van de immuniteit van
het systeem. De accessoires van het systeem die in de bedieningshandleiding worden vermeld, voldoen aan de
vereisten van de normen betreffende elektromagnetische emissie en immuniteit in IEC 60601-1-2 / 2e, 3e en 4e editie.
Gebruik het systeem niet naast of op andere apparatuur. Gebruik van deze apparatuur naast of gestapeld op
andere apparatuur dient vermeden te worden omdat dit kan resulteren in een slechte werking. Als gebruik naast of op
andere apparatuur noodzakelijk is, dient te worden gecontroleerd of het systeem en de andere apparatuur normaal
werken binnen de configuratie waarin ze worden gebruikt.
Draagbare RF-communicatieapparatuur (inclusief randapparatuur zoals antennekabels en externe antennes)
dient worden gebruikt op een afstand van ten minste 30 cm (12 inch) van de onderdelen van het
injectorsysteem, tenzij de vergelijking uitwijst dat een nog grotere tussenafstand vereist is. Anders zou de
werking van deze apparatuur kunnen verslechteren.
Het systeem kan de vrijgave annuleren of dienst weigeren als het wordt blootgesteld aan sterke magnetische
velden. Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur kan het systeem beïnvloeden.
Aanbevolen tussenafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en het systeem
Het systeem is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen worden beheerst. De klant of de
gebruiker van het systeem kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door een minimumafstand te bewaren tussen draagbare
en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en het systeem volgens de onderstaande aanbevelingen, al naar gelang het maximale
uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Nominaal maximaal
uitgangsvermogen van de zender
(W)
0,01
0,1
1
10
100
Voor zenders met een maximaal uitgangsvermogen dat hierboven niet wordt weergegeven, kan de aanbevolen afstand in meter (m) worden
geschat met behulp van de formule die van toepassing is op de zenderfrequentie, waarin staat voor het maximale uitgangsvermogen van de
zender in watt (W), volgens de fabrikant van de zender.
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is de tussenafstand voor het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. De overdracht van elektromagnetische energie wordt
beïnvloed door absorptie en reflectie van gebouwen, voorwerpen en mensen.
WAARSCHUWINGEN
LET OP
Tussenafstand naar frequentie van de zender (m)
150 kHz tot 80 MHz
= [3,5/V
]
1
0,12
0,37
1,17
3,69
11,67
80 MHz tot 800 MHz
= [3,5/V
]
1
0,12
0,37
1,17
3,69
11,67
MEDRAD® Intego-PET-infuussysteem
800 MHz tot 2,7 GHz
= [7/V
]
1
0,23
0,74
2,33
7,38
23,33