Instellingen
Menu
Beveiliging
dan functie kiezen:
PIN-gebruik
Gewoonlijk wordt u, na het toestel
te hebben ingeschakeld, gevraagd
om een PIN-code. U kunt deze con-
trole uitschakelen, maar riskeert
daarmee wel dat het toestel onbe-
voegd wordt gebruikt. Sommige
netwerkaanbieders staan uitschake-
len van de PIN-controle niet toe.
Alleen deze SIM
(Toestelcode)
Verhindert het gebruik van het toe-
stel met een andere SIM-kaart.
Codes
PIN 1
U kunt de PIN-code veranderen in
een ander nummer van 4-8 cijfers
dat u beter kunt onthouden.
Oude PIN-code invoeren.
J
OK
Indrukken.
Nieuwe PIN-code invoeren.
OK
/
J
Nieuwe PIN-code herhalen.
OK
/
J
PIN 2
U kunt de PIN 2-code veranderen in
een ander nummer van 4-8 cijfers
(weergave alleen als PIN 2 beschik-
baar is).
Procedure zoals bij PIN 1 .
Toestelcode
U kunt ook de toestelcode wijzigen
in een ander nummer met 4-8
cijfers. Procedure zoals bij PIN 1 .
Instellingen
Netwerk
Menu
Verbinding
Deze functie wordt alleen weerge-
geven wanneer deze ondersteund
wordt door de netwerkaanbieder.
Voor het toestel moeten twee onaf-
hankelijke telefoonnummers zijn
ingesteld.
Selecteren
Keuze van het momenteel gebruikt
nummer.
Wanneer u vaak wisselt van num-
mer, is het gemakkelijker dit num-
mer met de displaytoets te kiezen
(zie pagina 72).
L
U kunt voor elk telefoonnummer opties
instellen, zoals het belsignaal, andere
oproepomleiding, etc. Selecteer echter wel
eerst het gewenste nummer voordat u
opties gaat instellen.
Wisselen van telefoonnummer/lijn (vanuit
de standby-stand):
0
Lijn 1
Blokkeren ( Toestelcode )
U kunt het toestel zo blokkeren dat
er slechts één uitgaande lijn kan
worden gebruikt.
Instellingen
Netwerk
dan functie kiezen:
Het actieve nummer.
Indrukken en vervolgens
Indrukken.
67
~