66
Beveiliging
Toestel en SIM-kaart zijn met ver-
schillende codes tegen misbruik
beveiligd.
De namen van de codes kunnen per
netwerkaanbieder verschillen.
PIN 1
Beveiligt de SIM-kaart
(persoonlijk
identificatienummer).
PIN 2
Vereist voor het instel-
len van de kostenweer-
gave en voor extra func-
ties van speciale SIM-
kaarten.
PUK
PUK-code. Hiermee
kunnen SIM-kaarten na
invoer van een onjuiste
PIN-code worden gede-
blokkeerd.
Toestelcode Beveiligt het toestel.
Moet bij de eerste
veiligheidsinstelling
worden ingevoerd
(4-8 posities).
Bewaar deze codes op een veilige
plaats, maar wel zodanig dat u deze
later weer terug kunt vinden!
Menu
Instellingen
Beveiliging
dan functie kiezen:
Instellingen
Babyfoon
~
(Toestelcode)
U kunt slechts gebruikmaken van
één nummer dat wordt gekozen
door de linker displaytoets lang in te
drukken. Hiervoor telefoonnummer
en naam invoeren of uit het adres-
boek kiezen.
Om te beëindigen:
#
Alleen I
(PIN 2)
De kiesmogelijkheden worden
beperkt tot bepaalde telefoonnum-
mers. Als er alleen netnummers zijn
ingevoerd, kunnen deze voor het
kiezen handmatig met de bijbe-
horende telefoonnummers worden
aangevuld.
Verder informatie zie pagina 24.
Alleen laatste 10
(Toestelcode)
Uitgaande gesprekken worden
beperkt tot de lijst met "gekozen
nummers". U kunt ook zelf bepalen
welke nummers deze lijst bevat:
Lijst wissen (zie pagina 54), dan
nieuwe nummers invoeren door
deze te kiezen en voordat er wordt
opgenomen, de verbinding
verbreken.
Lang indrukken en code
invoeren.
I
I
I
~