4.8
RIJDEN
Zie Figuur 4-7., Recht en dwars op helling
OPMERKING:
Zie de tabel met bedrijfsspecificaties voor de nominale
waarden voor hellingshoek en dwarshelling.
Alle nominale waarden voor hellingshoek en dwarshel-
ling zijn erop gebaseerd dat de giek van de machine in de
opbergstand staat en volledig neergelaten en ingescho-
ven is.
31216555
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING
Rijden wordt beperkt door twee factoren:
1.
Hellingshoek, het hellingspercentage dat de machine kan
klimmen.
2.
Dwarshelling, de hoek van de helling waarlangs de machine
kan rijden.
Wanneer de giek geheven of uitgeschoven is, mag de machine niet
op hellingen of dwarshellingen worden gebruikt die groter zijn
dan door het scheefstandalarm wordt waargenomen. Het scheef-
standalarm klinkt om de machinist te waarschuwen wanneer de
machine op een onveilige helling staat. De hoge versnelling van de
machine wordt ook teruggebracht tot lage versnelling.
4-23